“Er dient verbetering te komen. Wij van de media willen een goede samenwerking met de regering en wensen op een efficiënte en transparante manier informatie te verkrijgen.” Deze zinsnede was opgenomen in de protestbrief die journalisten vorig jaar aan president Chan Santokhi hadden overhandigd.
“Open communicatie hebben met de media en de media niet uitsluiten; persconferenties optimaal blijven houden waarbij de inrichting efficiënter is; het op regelmatige basis evalueren van de inrichting van persconferenties zodat er steeds gecorrigeerd kan worden. Dit zou kunnen gebeuren in overleg tussen de Communicatiedienst Suriname en de media,” waren de aanbevelingen aan de regering.
Als de president even in z’n lade kijkt dan vindt hij die wel. Als hij zijn brief kwijt is, kan hij die even nog opvragen bij de vicepresident, de voorzitter van De Nationale Assemblee (DNA) of de directeur van de Communicatiedienst Suriname (CDS), want zij hebben ook een kopie ontvangen. Daarnaast is het breed uitgemeten in de media. Wij halen dit weer voor de geest, omdat het de president zelf was die journalisten had verzekerd dat de communicatie beter zou worden. De aanbevelingen zouden worden meegenomen.
Voor een moment zagen we een kleine aanpassing die goed te noemen was en toen ging het weer naar het oude. De situatie is zelfs verslechterd met het geval, waarbij Jason Pinas werd mishandeld door de lijfwachten van de vicepresident (vp). De vp loog over dit geval in het parlement. Pinas zou in zijn auto zijn geweest, wat later helemaal niet waar bleek te zijn. De zaak is weliswaar voor de rechter, maar die is tegen de drie lijfwachten die vonden dat het zwaaien met de handen als een bedreiging gezien kan worden. Triest is dit allemaal!
Het is na jaren dat journalisten van zich hebben laten horen en dat is niet gebruikelijk. Wanneer journalisten dat doen betekent dit dat het behoorlijk misgaat. We hebben dit eveneens gezien tijdens het bezoek van de presidenten van Guyana en Brazilië. De communicatie naar de media toe was bar slecht. Ook de accommodatie was slecht en onacceptabel te noemen.
Journalisten moesten op de dag waarop de staatshoofden arriveerden hun badge afhalen bij de CDS. We moeten opmerken dat sinds vorig jaar bekend was dat de Braziliaanse president een bezoek zou brengen aan ons land, dan nog waren zaken niet in orde. Er werden live-uitzendingen beloofd, maar het beeld was ronduit slecht te noemen. De beloofde gezamenlijke verklaring werd pas een dag daarna naar de media gestuurd.
Loze beloften
De journalisten hebben geweigerd om fysiek aanwezig te zijn, omdat hen de gelegenheid niet is geboden om vragen te stellen aan de Braziliaanse president. Het nut om aanwezig te zijn zagen zij niet in, omdat ze toch maar als decor daar zouden zijn. Nadat journalisten hun misnoegen kenbaar hadden gemaakt werd aangegeven, dat geprobeerd zou worden om het voor mekaar te krijgen om toch nog vragen te kunnen stellen aan het Braziliaanse staatshoofd. Tot 12.00 uur was er niets van te merken en ook deze ‘efforts’ werden gezien als loze beloften.
De regering heeft vooral na het incident van collega Jason Pinas geen persconferenties meer gehouden. Ze houden het op persberichten en informatieve Zoomsessies. Zo is de avondklok van 21.00 uur weer naar 23.00 uur zonder enige uitleg waarom de regering ervoor gekozen heeft dit te doen, terwijl het aantal besmettingen boven de 700 blijft en er ook nog een aantal personen sterven.
Tegelijkertijd zien we dat een buitenlandse president gewoon swabvrij het land binnenkomt en gewoon vrij en blij handen liep te schudden met de regeringsleden waaronder ons eigen staatshoofd. Dus die loopt ook het risico om weer COVID-19 te krijgen.
Wanneer de doorsnee burger moet vertrekken naar het buitenland is die onderworpen aan zoveel protocollen en regels zoals het hebben van een PCR- of antigeentest die niet te oud mag zijn. Men moet mondkapjes dragen in het vliegtuig en wel urenlang en de handen ontsmetten en afstand proberen te houden. Klaarblijkelijk gelden deze regels niet voor iedereen.