We lijken steeds meer op een samenleving die wordt geteisterd door moreel verval. Terwijl mensen voor moord worden veroordeeld door de rechter, lijkt het erop dat delen van onze samenleving zich daar niets van aantrekken en een feestje bouwen om het vonnis in het Decemberstrafproces te torpederen. Het leven van een mens is het hoogste goed van een mens en dat wordt beschermd door onze wettelijke regelingen zoals onze Grondwet en internationale verdragen.
Als de rechter iemand schuldig heeft bevonden en die persoon voor twintig jaar veroordeeld voor de moord op vijftien medeburgers, dan is dat wel iets om zeer serieus te nemen. Het is erg dat voor sommigen onder ons dit niets uitmaakt. Dat er zelfs op sociale media door mensen wordt geroepen dat het goed is dat die mensen zijn vermoord, geeft aan dat het moreel verval in onze samenleving compleet is: normen en waarden zijn zoek in dit land.
De rechters van de krijgsraad belachelijk maken en ze ervan beschuldigen dat ze een politiek proces hebben gevoerd waarin Nederland een dikke vinger in de pap heeft, zal een voortzetting van de zaak in verzet of hoger beroep zeker geen goeds doen. We hebben in Suriname nu eenmaal de afspraak dat de rechterlijke macht, in dit geval de krijgsraad, moet oordelen over een tenlastelegging en daar een uitspraak over moet doen. De verdachten in deze zaak hebben twaalf jaar de tijd gehad om met bewijzen te komen om de krijgsraad ervan proberen te overtuigen dat ze onschuldig zijn. In plaats daarvan heeft men gemeend om politieke middelen, de Amnestiewet en artikel 148 die te maken heeft met de staatsveiligheid, in te zetten om het Decemberstrafproces stop te zetten. Wie is dan schuldig aan een politiek proces?
De dood van de vijftien burgers op 8 december 1982, maar ook de slachtoffers van Moiwana op 29 november 1986 en alle andere burgers die sinds 25 februari 1980 om het leven zijn gebracht, heeft Suriname voor altijd veranderd. Het is niet iets waar we lichtvaardig over moeten doen. Het waren mensenlevens. Deze mensen hadden kinderen, vrouwen, mannen en andere families. Het leven van de nabestaanden van al deze slachtoffers is voor altijd veranderd en wel in emotionele-, financiële-, psychologische- en maatschappelijke zin. Dit kan nooit meer goed worden gemaakt voor de nabestaanden van de Decembermoorden, Moiwana, de Binnenlandse Oorlog en alle anderen die het leven hebben gelaten vanaf 25 februari 1980.
Het recht op leven is door de toenmalige machthebbers geschonden. Dat heeft de krijgsraad op 29 november in haar vonnis bevestigd. Maar net zoals de vermoorde mensen, die het recht op leven hadden, de nabestaanden, die het recht op de waarheid hebben en een schadevergoeding van de staat Suriname kunnen eisen, zijn er voor de veroordeelden ook rechten. Zij kunnen nog verzet aantekenen en eventueel in hoger beroep gaan. Zo werkt het in een rechtsstaat.
President Desi Bouterse zou in persoon liever kunnen proberen om zijn onschuld te bewijzen via de nog openstaande rechtsmiddelen in plaats van af te geven op de krijgsraad en de zaak tegen hem steeds weer voor politiek proces uit te maken. Hij heeft verzet aangetekend, dan dient hij aan de oproep van de rechter gehoor te geven en te verschijnen op de zitting. Dat heeft hij in de afgelopen twaalf jaar nooit gedaan. Hij neemt met zijn houding niet alleen zijn partij, de NDP, in gijzeling, maar het hele land. Er zijn partijgenoten die het opnemen voor hun leider. Dat is vrijdagavond duidelijk gebleken op de kadermeeting waar André Misiekaba en Silvana Afonsoewa in niet mis te verstane woorden aangaven dat men niet aan de president moet komen.
Zou het niet beter zijn als in het belang van de natie, de NDP iemand anders naar voren schuift om volgend jaar de partij te trekken bij de verkiezingen? En zou het misschien niet beter zijn om een andere NDP’er als presidentskandidaat op de lijst te plaatsen? De NDP heeft toch genoeg kader en talent in huis? Maar dit zal naar alle waarschijnlijkheid niet gebeuren als we op verklaringen van de NDP mogen afgaan. Het ziet ernaar uit dat Desiré Delano Bouterse gewoon weer op de lijst komt bij de verkiezing voor De Nationale Assemblee en de presidentskandidaat wordt voor zijn partij. Er is immers geen enkele wettelijke belemmering, heeft zijn raadsman Irvin Kanhai op de kadermeeting gezegd. Het is wel opvallend dat er nog geen reactie van de overige NDP-fractiegenoten is gekomen over het vonnis tegen hun partijleider.
Maar opvallender is het, dat de oppositie nu pas om een spoedoverleg vraagt aan assembleevoorzitter Jennifer Geerlings-Simons. De ‘gezamenlijke’ oppositie heeft ook niet eens een ‘gezamenlijke’ verklaring uitgegeven of een persconferentie belegd. Dat is in het verleden wel vaker gebeurd. Op één punt lijkt het alsof de NDP de verkiezingen van 25 mei 2020 al heeft gewonnen. Partijen zullen nu springen op de veroordeling van DDB en dat hij om die reden niet meer zou mogen meedoen met de verkiezingen. Daarmee zullen de verkiezingen misschien veel minder gaan over economische kwesties en de financiële situatie in het land. En als deze minder worden belicht tijdens de campagnes, dan zal dit wel eens in het voordeel van de regeringspartij kunnen werken, die al negen jaar verantwoordelijk is geweest voor dit beleid. De verkiezingen van volgend jaar, kunnen een referendum worden over het vonnis dat in het nadeel van de president is gewezen.