President Desi Bouterse is vandaag 74 jaar geworden. Hieperdepiep hoera! Vandaag is er naar zeggen van de president geen feest. In plaats daarvan gedenkt de jarige president vijfhonderd sociale instellingen en 26.000 kansarmen in Suriname krijgen een voedselpakket. Het zou natuurlijk beter zijn geweest als we in een land woonden waar dit niet nodig zou zijn. Burgers moeten zelf in staat zijn om in hun eigen levensonderhoud te voorzien. Dit is een minimale vereiste. Maar al bij al, ervan uitgaande dat onze president dit vanuit het hart heeft gedaan, kan ondanks de omstandigheden in het land worden gesteld dat dit een goede daad is van ons staatshoofd.
Het is alom bekend dat ook de traditionele politieke partijen die nu schreeuwen dat de president Suriname tot bedelaars wil maken, zichzelf ook schuldig hebben gemaakt aan het distribueren van pakketten en andere giften toen zij in het machtscentrum zaten. Reeds in de periode van wijlen Jopie Pengel werden voedselpakketten uitgedeeld. Het voedselpakkettensysteem is geen uitvinding van de NDP. Dat de NDP met het distribueren van voedselpakketten het volk afhankelijk maakt van de regering, is natuurlijk gewoonweg onzin. Hetzelfde waarvan sommige oppositiepartijen de NDP nu beschuldigen, hebben zij ook gedaan. Zo ging Pengel tot naar het verre binnenland om voedselpakketten en zelfs buitenboordmotoren naar de bewoners aldaar te brengen. En dit was natuurlijk in de verwachting dat zij voor Pengel zouden stemmen bij de verkiezingen. Dus wat de NDP nu doet, hebben de toenmalige regeringspartijen ook gedaan. Kom dan nu geen heilig boontje spelen.
Als ze het toen zo meende met het volk, waarom hadden ze dan toen geen ontwikkeling gebracht zoals een goede gezondheidszorg, goed onderwijs, het bouwen van bruggen, het aanleggen van wegen, ontsluiting van het binnenland en het verbeteren van de positie van de burgers? Als de oppositionele partijen straks aan de macht mochten komen, gaan ze toch ook voedselpakketten uitdelen? Of niet soms? Maar voedselpakketten uitdelen is geen duurzame oplossing. Elke regering moet een zodanig beleid voeren, opdat burgers zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien en zelf een huis en perceel kunnen aanschaffen.
Vaker komen in de media berichten van onze first lady die schoolpakketten uitdeelt aan leerlingen of scholen voorziet van computerapparatuur. Als er een particulier initiatief is geweest om een school in Commewijne een opknapbeurt te geven, moet dat zeker ook worden gemeld. In dit district heeft de Baitul Rochmanschool, die al ruim 38 jaar bestaat, een schilder- en renovatiebeurt gekregen. De school verzorgt basisonderwijs aan 170 leerlingen, die woonachtig zijn in Mariënburg en omgeving. De initiatiefnemer van dit project is John Kasdjo. Ook nam hij het initiatief om gelden in te zamelen voor het aanschaffen van schoolpakketten voor deze schoolkinderen. Het begon met twintig schoolpakketten in 2016, tachtig in 2017 en in 2018 steeg dit aantal naar 350 schoolpakketten. En dit schooljaar hebben 560 schoolkinderen van de Baitul Rochmanschool en Mulo Ellen een schoolpakket mogen ontvangen. Een aantal donateurs heeft bijgedragen aan het welslagen van dit project. Een bijzondere waardering moet gegeven worden aan John Kasdjo die de trekker is geweest van dit project.
De moraal van dit verhaal is, dat we als burgers bereid moeten zijn om anderen te helpen zonder er iets voor terug te verwachten. En dat is wat in Commewijne is gebeurd. Als politieke partijen zich met dit soort projecten bezighouden, dan is er meestal wel een addertje onder het gras, namelijk het principe van ‘voor wat, hoort wat’. Ik doe iets voor jou, dan moet je voor mij stemmen. Dat geldt overigens niet alleen in Suriname, maar dit is inherent aan het menszijn. Geef met een goed hart, zonder er iets terug voor te verwachten.
“Ask not what your country can do for you, ask what you can do for your country.”
President John F. Kennedy tijdens zijn inauguratietoespraak op 20 januari 1961.