Deze week verscheen op Suriname Herald een ingezonden artikel met als titel “Jagernath Lachmon was geen held, maar racist”. Een hele zware aanduiding voor iemand die decennialang een belangrijke rol heeft gespeeld in de Surinaamse politiek. Mensen die Lachmon bestempelen als een racist, omdat hij 52 jaar lang leiding heeft gegeven aan een politieke partij die op etnische basis is gestoeld, zijn zeer kortzichtig.
Ja, het klopt Lachmon heeft in 1949 een politieke partij mede helpen oprichten die een uitsluitend Hindostaanse achterban had. Dat dit was gebeurd, moet worden gezien in de tijdsgeest die er toen was. De slavernij was afgeschaft, de tijd van de contractarbeiders was voorbij, maar de verschillende bevolkingsgroepen waren maatschappelijk zeer achtergesteld. Het waren de Hollanders en andere lichtgekleurden die deel uitmaakten van de gegoede burgerij. Het was ook deze groep die in de politiek de dienst uitmaakte. Dit mede dankzij een discriminerend kiesstelsel dat door deze elite in stand werd gehouden.
De historie laat zien dat het genoegzaam bekend was dat de politieke leiders van toen niet geïnteresseerd waren in het welzijn van de creolen, Hindostanen en Javanen. Een beter bestaan en een betere positie in de maatschappij kon alleen vanuit de eigen groepen worden gerealiseerd. Zo ontstonden er politieke partijen die uiteindelijk emancipatorische bewegingen werden. En omdat de Surinaamse samenleving van toen verdeeld was, was het nogal logisch dat er etnische partijen ontstonden. Lachmon werd de leider van de Hindostanen (VHP), Jopie Pengel nam de leiding binnen de toen ‘witte’ NPS over en werd de leider van de creolen (NPS). Iding Soemita was de leider van de Javaanse groep. Tegen deze achtergrond moet het ontstaan van etnische politieke partijen gezien worden.
Nadat Lachmon en Pengel eenmaal in de toenmalige Staten van Suriname waren gekozen, zochten ze elkaar op om te strijden voor onder andere een rechtvaardiger kiesstelsel. Een wijziging van het kiesstelsel was nodig om zo regeermacht te verwerven om zaken voor de achtergestelde achterban gedaan te krijgen. De verbroederingspolitiek noemt dr. Jules Sedney een romantische benaming van het verstandshuwelijk tussen de NPS en de VHP. Hun volgelingen hebben er ruimschoots van geprofiteerd, het land is er niet slechter van geworden, maar de twee leiders hebben er toch het meeste baat bij gehad, aldus oud-premier Sedney in zijn boek “De toekomst van ons verleden”. De verbroederingspolitiek heeft vele voordelen voor Suriname in het algemeen en voor de creolen en Hindostanen in het bijzonder gebracht. Er was lange tijd maatschappelijke rust door het bedachtzaam optreden van de leiders Pengel en Lachmon die gedurende twaalf jaar samen hebben gewerkt om hun achterban hoger op de maatschappelijke ladder te brengen.
Suriname is het mede dankzij deze twee leiders bespaard gebleven van de rassenrellen die zich in ons buurland Guyana in diezelfde periode hebben voorgedaan. In Suriname waren we gezegend met twee leiders die door een politieke samenwerking en begrip voor elkaar, de nodige rust konden bewaren in de samenleving. In Guyana was het een totaal ander verhaal met Cheddi Jagan (leider van de Hindostanen) en de creoolse leider Forbes Burnham die als twee politieke tegenstanders de strijd aangingen om de politieke macht in dat land. Guyana heeft decennialang geleden onder de spanningen tussen de twee grootse bevolkingsgroepen in dat land, de Hindostanen en creolen.
Door de verbroederingspolitiek is een aantal veranderingen doorgevoerd die vandaag de dag als vanzelfsprekend worden beschouwd in Suriname. Zo waren functies in die tijd voorbehouden aan Hollanders en lichtgekleurden creolen in ons land. Sedney stelt dat in de jaren 50 bij veel particuliere instellingen zoals banken, luchtvaart-, scheepvaart- en verzekeringsmaatschappijen en in het algemeen instellingen met veel publieke aanloop, donkergekleurden niet in aanmerking kwamen. Het is in belangrijke mate aan het politieke bondgenootschap van de NPS en de VHP te danken dat hier verandering in is gekomen. De politieke leiders Lachmon en Pengel hebben het emancipatieproces van hun bevolkingsgroepen geleid. Dat is hun betekenis voor de Surinaamse politiek en voor de Surinaamse samenleving, aldus Sedney.
Dat men Jagernath Lachmon als een racist typeert, is wel erg kortzichtig en getuigt van een gebrek aan historische kennis. Het is aan te bevelen dat men de politieke geschiedenis van Suriname op dit stuk gaat bestuderen. De verbroederingspolitiek moet in die tijdsgeest worden gezien. Men moet de tijd van toen niet vergelijken met de tijd waarin wij nu leven. Al het andere dat na de verbroederingspolitiek is gekomen, is ook mede dankzij de samenwerking tussen Surinames politieke leiders Pengel en Lachmon. Ook bij de oprichting van de NDP heeft men met dit gegeven rekening gehouden. De NDP is inderdaad een partij waarin in feite alle bevolkingsgroepen van Suriname zijn vertegenwoordigd.
De VHP is bezig met een heroriëntatie en heeft een aantal jaren geleden onder leiding van partijvoorzitter Chan Santokhi de partij voor eenieder opengegooid. Frappant is wel dat er vaker wordt gezegd dat de VHP een etnische partij is, maar wanneer de VHP haar deuren voor alle bevolkingsgroepen opengooit, dan zegt men dat het fake en niet gemeend is. Wat willen we nu. Als zij de deuren gesloten houdt, is zij etnisch, maar als zij iedereen toelaat, is het ineens niet gemeend en nep. Het toelaten tot de VHP van andere bevolkingsgroepen is een proces dat misschien twee tot drie verkiezingen nodig heeft om voltooid te worden. Dat is nu eenmaal een politieke realiteit.