Naar aanleiding van de commotie die is ontstaan in verband met het feit dat de minister van Binnenlandse Zaken, Delano Landvreugd, op een kandidatenlijst voorkomt terwijl hij de verantwoordelijkheid draagt voor de organisatie van de verkiezingen, het volgende:
Het is inderdaad niet bevorderlijk voor het vertrouwen in de objectiviteit van de minister, belast met de organisatie van de verkiezingen, in gevallen van calamiteiten waarbij hij moet beslissen over zaken die zijn politieke partij raken.
Op grond van formele redenen en in relatie tot deze commotie wordt erop gewezen dat sinds de benoeming van de onderminister van Binnenlandse Zaken, bij Presidentieel Besluit P.B. no. 50/2024 d.d. 11 december 2024, de heer Hassankhan, ingevolge het besluit Taakomschrijving Departementen 1991 (S.B. 1991 no. 58), zoals laatstelijk gewijzigd, belast is met de zorg voor de aangelegenheden betreffende volksraadplegingen en de verkiezingen van leden voor de volksvertegenwoordigende lichamen. Dit betreft zorgpunt c van artikel 7 van het besluit Taakomschrijving voor het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Alle overige zorgpunten van a tot en met k, met uitzondering van c, behoren tot de bevoegdheden van de minister van Binnenlandse Zaken, de heer Delano Landvreugd, overeenkomstig artikel 124 van de Grondwet en P.B. no. 50/2024 d.d. 11 december 2024.
Artikel 124 van de Grondwet bepaalt: Bij de ministeries kunnen onderministers worden benoemd door de president, die in de gevallen waarin de minister het nodig acht en met inachtneming van diens aanwijzingen, in zijn plaats als minister optreden.
De onderminister is uit dien hoofde verantwoording verschuldigd aan de president, onverminderd de verantwoordelijkheid van de minister.
Met andere woorden: door het tot stand komen van het Presidentieel Besluit, zoals het inhoudelijk is uitgegeven, is de minister de jure zowel als de facto niet meer bevoegd om beslissingen te nemen over dat deel van de taakomschrijving dat valt onder zorgpunt c.
De politiek-bestuurlijke verantwoordelijkheid met betrekking tot de verkiezingen valt onder de onderminister die met die taken belast is. Summa summarum: de minister handelt in strijd met de Grondwet, met medeweten van de president.
De rechtsgeldigheid van alle beslissingen van de minister met betrekking tot de verkiezingen staat onder druk.
Eugène van der San