Allereerst wil ik de voorzitter van de PALU, Jim Hok, bedanken voor zijn heldere conclusie dat grote delen van de samenleving de mening zijn toegedaan dat de president niet langer in staat is, om eenvoudige zaken uit elkaar te houden en dat het steeds erger wordt.
“Als we uitgaan van zijn eerlijkheid en oprechtheid, dan moeten we intussen wel ernstig gaan twijfelen aan zijn vermogen om de dingen te begrijpen die de man van de straat allang doorheeft. En dan wordt het echt tijd om hem af te zetten, niet uit rancune, maar om hem en ons land en volk te beschermen”, aldus Jim Hok.
De bezorgdheid van Jim
De voorzitter van de PALU raakt in vertwijfeling dat “Een man die doorging voor een van de beste politiemensen uit zijn tijd, een echte speurneus”, nu president, niet in staat lijkt te zijn om fratsen te doorzien die met domeingrond worden toegepast. Dan komt de hamvraag, “welke instantie is trouwens de juiste, de bevoegde, om vast te stellen of de president nog helder kan denken? Volgens de heer ir. Jim Hok, PALU-voorzitter, gaat het om dezelfde superslimme politieman van toen.
Wie gaat de kat de bel aanbinden?
We zijn als volk duidelijk in een moeilijke situatie terechtgekomen wanneer de president eenvoudige zaken niet meer helder ziet. “Nu voltrekt zich een enorm bedrog vlak onder zijn neus en hij ziet het niet? Moet dit niet de alarmbellen laten klinken bij ons allen”, vraagt Hok zich af?”
Als liefhebber van het politieke spel ben ik gaan nadenken na de alarmbel gehoord te hebben en kwam tot de volgende bevinding: de superslimme politieman van toen is nadat hij de weg heeft weten te plaveien om tot president gekozen te worden, nog slimmer geworden want heeft hij ontdekt dat als je de jaknikkers van voldoende brandstof voorziet je zonder problemen de weg kan afleggen.
Gaandeweg heeft hij meer ondersteunende motoren aangerukt en een zodanige coalitietroep weten te verzamelen die zolang overeenkomstig de uitvoerende taken van De Nationale Assemblee Artikel 74 onder a, namelijk het kiezen en het besluit tot tussentijds doen aftreden van de president, door 26 leden niet wordt genomen, ongeacht zijn gezondheidstoestand zijn weg zal vervolgen.
Met de grondwet, al schreeuwend in de hand zullen we horen “ik ben niet buiten staat verklaard om mijn bevoegdheden uit te oefenen”.
Eugène van der San