In een artikel in diverse Surinaamse dagbladen heeft ex-president Jules Wijdenbosch een lans gebroken voor economische groei, stabiliteit, welzijn en de leefbaarheid van Suriname. Deze kernpunten heeft de ex-president gepresenteerd onder de titel: “Nationale boodschap voor Suriname”. Voor het gemak: het plan.
De gierende inflatie en de ongewenste prijsspiraal met vooral als voedingsbodem van de niet ingetoomde wisselkoersen die door het dak gaan. Zolang wij als natie deze ontwikkeling niet kunnen keren dan zullen wij in een diepe(re) sociaaleconomische crisis belanden, volgens oud-president Wijdenbosch.
In het artikel uitte hij zijn bezorgdheid over de toekomst en het maatschappelijk klimaat in Suriname. Daarom roept hij de Surinamers op om de inhoud van de Nationale boodschap te omarmen om de ‘geboden kansen’ te benutten. De ex-president noemde de kernwaarden voor de beleidsgebieden onder andere volksgezondheid, veiligheid, milieu, onderwijs, technologische innovatie, productieverhoging en volkshuisvesting. Deze beleidsgebieden, moeten volgens de hem gestalte krijgen op de ministeries en gefinancierd worden uit een op te richten solidariteitsfonds.
De politiek heeft als taak – zoveel als mogelijk, zei hij – alle actoren (stakeholders) bij elkaar te brengen om van gedachten wisselen over het maatschappelijke vraagstuk. Met elkaar moeten wij ontwikkelingsbenaderingen zien te vinden die sociaaleconomisch en sociaalecologisch – niet nader geduid – door de beugel kunnen opdat de leefbaarheid in Suriname wordt bevorderd. Diversiteit en inclusiviteit zijn hiervan de ingrediënten.
Om het plan handen en voeten te geven denkt de ex-president noodzakelijkerwijs aan de oprichting van een onafhankelijke politiek-bestuurlijke denktank van diverse pluimage en disciplines uit de gemeenschap. Daar bovenop is het de bedoeling dat de denktank, die een particulier initiatief beoogt, voeding biedt aan het democratisch gehalte van de samenleving. Bovenal pleit de ex-president voor een aanpak van partij overstijgende nationale ontwikkeling. Dit is een beknopte weergave van de ideeën van de heer Wijdenbosch – een ontwerpplan – voor de nationale boodschap aan de hand van zijn boek ‘Politiek bestuurlijke oriëntatie’, dat hij onlangs heeft gepresenteerd.
Op- en aanmerkingen van het plan
Wat opvalt is dat de ex-president in z’n eentje het plan heeft uitgedokterd en vervolgens deze presenteert als een nationale boodschap. Wat op zich niet verkeerd is en bovenal valt te prijzen. Niettemin zegt de heer Wijdenbosch met andere woorden: luister dames en heren, als jullie als volk en natie deze ontwikkeling van de economische malaise niet weten keren dan zullen ‘jullie’ in een diepe(re) crisis belanden. Zo wordt de vinger naar de bevolking gewezen die aansprakelijk zou zijn voor het sociaaleconomisch gevoerde ‘wazig beleid’ van de huidige én voorgaande regeringen.
Opmerkelijk is dat de ex-president, die na de verkiezing van mei 2020 nog even snel met zijn kompaan Errol Alibux werd benoemd onder de demissionaire regering-Bouterse ΙΙ. De heer Alibux die notabene veroordeeld was wegens zelfverrijking en corruptie. Toch kregen deze heren de post van raadsadviseur met een vet salaris van SRD 20.000 per maand. In die hoedanigheid zou men denken, was hij toch bevoegd bij tij en ontij de regering ongevraagd te adviseren. En dus kon de ex-president deze nationale boodschap, die feitelijk een soort Herstelplan inhoud, aan de regering aanbieden en niet de mensen in het land vermoeien met deze wollige boodschap.
Terecht wijst de heer Wijdenbosch op de economische groei – met een krimp van circa 16 procent sedert 2020 – (politieke) instabiliteit, welzijn, de torenhoge inflatie en de leefbaarheid en maakt hij zich zorgen over het maatschappelijk klimaat. Deze vindt mede zijn oorzaak in de povere staatskas die nauwelijks wordt gevoed met inkomsten uit de productiesectoren. Vanwege het gebrek aan financiële dekking wordt herschikking dan wel reparatie op korte termijn, van de door de ex-president genoemde beleidsgebieden bijna onmogelijk. Omdat onduidelijk is hoe de middelen van het solidariteitsfonds moeten worden opgehoest en dat het fonds niet vandaag of morgen gevuld is.
Wat we ook merken is dat de heer Wijdenbosch zijn vingers niet wil branden en omzichtig om de hete draai heen draait en zijn plan niet aan de regering opdringt, terwijl de man raadsadviseur is. Wat erop neer komt dat hij de problemen waarmee het land kampt in feite verhult en de ‘heilige huisjes’ uit de wind zet of niet wil tarten. Omdat hij waarschijnlijk daar ook onderdeel van is. Daarom verheft hij het plan tot een particulier initiatief, organisatorisch ingebed op ministerieel niveau. Dat terwijl wij weten dat de sterk gepolitiseerde ministeries bureaucratisch en strak hiërarchisch, stroperig functioneren.
De organisatiestructuur en cultuur van deze instituties moeten eerst op orde vooraleer het plan geïmplementeerd kan worden. Dit betekent een tijdrovend pad en wordt de nationale boodschap een langa bere verhaal, terwijl de pinari in het land nu moet worden aangepakt. Bovendien behoeft het plan ook nog een parlementaire consultatie. Direct midden in de op handen zijnde IMF-operatie de tering naar de nering zetten is geen optie, want dan worden grote groepen van de bevolking zwaarder getroffen als gevolg van de voortdurende stijging van prijzen en de wisselkoersen.
Komt nog bij dat het plan niet op haalbaarheid is doorgerekend en ontbreekt het plan van een noodzakelijk financieel plaatje. Werk aan de winkel voor het Planbureau. De ex-president lijkt bevangen te zijn van commissies die de laatste tijd als paddenstoelen uit de grond schieten en stelt hij voor om alweer een denktank (groep) op te richten die in ‘rokende’ achterkamertjes het plan een smoel moet geven.
Waar zal deze bijdrage het niet en wel over hebben
We zullen het er niet over hebben dat de ex-president in 1997 erop stond met de Nederlandse premier Wim Kok een topoverleg te houden over de resterende verdragsmiddelen. Echter weigerde de Nederlandse premier de beurs te trekken. We zullen het er niet over hebben dat deze ex-president in 1998 en 1999 te maken kreeg met groeiende sociale en politieke onrust, stakingen, protestmeetings en marsen door Paramaribo en onder die druk met de staart tussen de benen uit de pluche werd gezet. Dat had te maken met grootscheepse corruptie tijdens zijn bewind.
We zullen het er niet over hebben toen zijn minister van Financiën Subhas Mungra in 1997 op de Nederlandse televisie verklaarde: “De president is machtsdronken”. We zullen het niet over hebben dat na zijn regeringsperiode bleek dat goud van de Centrale Bank van Suriname was verdwenen. We zullen het ook niet over de twee bruggen over de Coppename- en de Surinamerivier hebben die zouden zijn betaald uit de toekomstige belastingopbrengsten uit de bauxiet als garantie.
Intussen weten we dat Suralco al tijden kopje onder is. Klip en klaar zijn het de Surinaamse belastingbetalers die de brug betalen of hebben betaald. Een brug is naar hem vernoemd en moest wellicht per se een prestigeobject van hem zijn. Daarom zullen we het er wel over hebben dat de Jules Wijdenboschbrug van naam wordt veranderd, omdat we niet van persoonsverheerlijking houden.
Een president en dergelijke is immers dienstbaar voor volk en vaderland, maar blijft de oud-president de vermoorde onschuld spelen. Een nieuwe naam voor de brug zou bijvoorbeeld door een ideeënbus campagne worden verkregen. En waar we het wel over willen hebben is dat de ex-president zichzelf een spiegel voorhoudt en reflecteert over zijn gevoerde wanbeleid toen hij met het bijltje hakte.
Mensen maken fouten opdat wij mensen zijn, dus ook presidenten maken fouten. Derhalve zou de heer Wijdenbosch de morele moed moeten opbrengen om eindelijk excuses aan de natie aan te bieden. Het is nooit te laat! Eventueel staat het de oud-president vrij om de meerdere haken en ogen van zijn Nationale boodschap (plan) onder loep te nemen.
Edgar Power