President Santokhi gaf afgelopen zondag 17 juli in het radioprogramma Retrospectie op LIM FM een interview. De aanleiding was het tweejarig jubileum van zijn regering. Het gesprek, dat hoofdzakelijk ging over de financieel-economische agenda van zijn regering, leverde geen nieuwe invalshoeken.
Zijn maatschappijvisie en visie op de ontwikkeling van Suriname en Surinamers kwam niet naar voren. In het twee uur durend gesprek kwamen belangrijke en actuele sociaal-maatschappelijke thema’s die het dagelijks leven en welbevinden van Surinamers direct raken, niet aan bod.
Denk hierbij aan de steeds verergerende crisis in de volksgezondheid, het onderwijssysteem dat niet is afgestemd op de leerbehoeften van kinderen van de 21ste eeuw, de openbare veiligheid, de effecten van de watersnood in het stuwmeergebied en andere locaties, de groeiende armoede onder de bevolking en de corruptie bij de overheid en parastatale ondernemingen.
Ten aanzien van de recente factureringsfraude, waar de Centrale Bank van Suriname en het ministerie van Financiën bij zijn betrokken, gedroeg de president zich partijdig om niet te zeggen autocratisch! Volgens hem moet de focus van het onderzoek naar de Centrale Bank van Suriname en niet naar het ministerie van Financiën. Niet bepaald een uiting van vertrouwen in de professionaliteit van de onderzoekers en van good governance.
Ten aanzien van de onvrede van grote groepen Surinamers over zijn beleid, liet de president merken daar weinig gevoel bij en aandacht voor te hebben. Hij gaf de indruk zichzelf in het centrum te (willen) plaatsen, daar waar het resultaat van zijn beleid als president en de mate van tevredenheid van de bevolking over dat beleid centraal zouden moeten zijn.
Zo bracht hij de luisteraars in ‘herinnering’ dat hij voor vijf jaar president is, zonder blijk te geven van het besef dat zijn presidentschap het resultaat is van een besluit van kiezers. Een besluit op grond van in zijn verkiezingscampagne door hem gedane uitspraken en beloftes.
Hij stelde ook dat hij zijn termijn van vijf jaar ging uitdienen. Maar wat als de bevolking, diep teleurgesteld in de resultaten van zijn presidentschap, haar mandaat terugvordert, omdat hij na twee jaar regeren nog geen van zijn beloftes is nagekomen? Integendeel, het nepotisme en de corruptie duren voort, lijken zelfs in een hogere versnelling gekomen, en de armoede onder de bevolking en alles dat met armoede samenhangt verergerde de afgelopen twee jaar.
Over één onderwerp deed de president een uitspraak die onwaardig is én een belediging voor Surinamers. De heer Santokhi zei namelijk dat mensen ontevreden zijn omdat de president van Suriname Hindostaan is. Pardon?! Een grote specifieke groep mensen, Afro-Surinamers, zetten hun etnische vooringenomenheden aan de kant en gaven hun stem aan een politieke partij die niet bekend is om zijn multi-etnische toegankelijk- én ontvankelijkheid. Zonder het besluit van die kiezers had de VHP geen regeermacht gekregen!
Wanneer je als leider van een cultureel en etnisch diverse bevolking transcultureel denkt, zou je naar die mensen – de Afro-Surinaamse kiezers – kijken als de voorlopers van een soort van begin van politieke vernieuwing. Als Surinamers die jouw verkiezingsbelofte aangrepen voor hun eigen transformatie; voor afstand van oude patronen. Je zou ze omarmen als voorlopers van de politieke vernieuwing die je predikte. Helaas.
Niet alleen deze Surinamers, maar veel anderen, ook die etnisch op de heer Santokhi lijken, kwamen bedrogen uit. De heer Santokhi bedrijft oude politiek zoals die in Suriname altijd bedreven is: vanuit een geldgericht, etnisch en patriarchaal bolwerk. Niet vanuit de behoeften van Surinamers. Weer komen Surinamers bedrogen uit, door hun politieke leiders. Weer een deuk in hun zelfvertrouwen en hun vertrouwen in politiek en landsbestuur.
Het is deze deuk en dit bedrog die Surinamers niet kunnen verkroppen; het zijn de zichtbare effecten van de deuk en het bedrog dat ze de straat opstuurt. Als president Santokhi de behoeften en noden van zijn bevolking niet begrijpt, dan zal dat onbegrip de zittingstermijn van zijn regering bekorten, niet iets anders. In een democratie beslist het volk wie zijn president mag zijn, niet de president of andere ‘machten’.
Een slecht presterende president van een land als Suriname, die op oneigenlijke gronden de etnische kaart trekt, is gevaarlijk bezig. We weten als Surinamers misschien (nog) niet wie en wat we (kunnen) zijn, maar we weten wel wat ons hier bracht en waarom. Hopelijk komt president Santokhi spoedig tot het inzicht dat Surinamers geen probleem hebben met zijn etniciteit, maar met de resultaten van zijn bestuursstijl en leiderschapsgedrag, en gaat hij aan zichtbare verbetering van deze vaardigheden werken dan verbeteren ook zijn resultaten. Heus!
Drie jaar wachttijd is te lang om genoegen te nemen met mindere kwaliteit van leven, terwijl er betere was beloofd! En de etnische kaart trekken is het zwakste dat hij kan doen en bovenal onwaardig voor de integriteit van het Instituut van de President én voor Surinamers.
Filia Kramp