Tijdens mijn jaren op de Anton de Kom Universiteit van Suriname was een van de studentenevenementen waar altijd reikhalzend naar werd uitgekeken, ongetwijfeld de ADEK-games. De sportieve rivaliteit tussen de verschillende studierichtingen voerde die week dan de boventoon, maar in die week nam ik ook altijd de tijd om rustig vergelijkingen te maken. Een van de vergelijkingen die spontaan naar boven kwam was de vergelijking tussen de ‘have en de have-not’ studenten, dus de vergelijking tussen studenten van welgestelde ouders en die van studenten van de mofina-wan.
Opmerkelijk was dat de faculteit der medische wetenschappen, de kleinste faculteit was (en nog steeds is) en als je de vergelijking kapitalistisch moest uitdrukken, de meeste studenten van welgestelde ouders afkomstig waren. But, let us just leave that like it is and how it is! Wij bleven ondanks de kloof gelukkig wel vrienden en sommige vriendschapsbanden bestaan nog steeds.
Bekend in de Surinaamse samenleving is het lotingssysteem dat de universiteit hanteert voor de toelating van studenten op de medische faculteit. Menigeen kan uit eigen ervaring vertellen welke teleurstelling hij of zij heeft moeten doorstaan wanneer men niet door de loting komt. De droom om arts te worden ging de verdoemenis in om een stom en achterhaald systeem.
Gelukkig was er toch een ander alternatief om arts te worden. Hoeveel vreugde ontstaat er alweer als, voornamelijk de studenten van minderdraagkrachtige ouders, wel in aanmerking kwamen voor studiebeurzen naar Cuba, dankzij de diplomatieke relatie welke Suriname en Cuba onderhouden. Het naar mij kennis sedert de jaren tachtig dat deze mogelijkheid bestaat. Het valt verder niet onder stoelen of banken te schuiven welk niveau Cuba, voornamelijk op medisch gebied aan de dag legt. Zelfs de grootste mogendheden zoals de Verenigde Staten buigen het hoofd voor de crème de la crème kwaliteit, qua medische opleiding en zorg uit Cuba.
Door de toekenning van de beurzen uit Cuba boert ook Suriname goed, omdat wij ervan verzekerd zijn dat ons geliefd land na een bepaalde periode onze eigen afgestudeerde artsen kan inzetten. Wel moet ik opmerken dat ook de opleidingskwaliteit van onze eigen medische faculteit van topklasse is en de aanprijzing van de Cubaanse opleiding geenszins ondermijnend is bedoeld. Het was voor de Surinaamse bevolking, maar in het bijzonder ook voor de overwegend minderdraagkrachtige ouders wier kroost in aanmerking is gekomen voor de desbetreffende studiebeurs, verheugend en geruststellend dat wij mede door deze artsen in spé, ons nationaal kwaliteitszorgsysteem, ons gezondheidszorgsysteem en ons dienstverlenend systeem, naar grotere hoogten konden tillen.
De vele Cubaanse missies welke hier te lande spreken boekdelen over wat ons te wachten stond. Denk maar aan de bijdrage van de Cubaanse artsen wereldwijd in de strijd tegen COVID-19.
Ik zeg bewust ‘stond’ ja en geen ‘staat’, omdat ik met stijgende verbazing en groeiende teleurstelling vernam, dat om tot nog toe onbekende redenen de zittende regering het besluit nam om de studenten uit Cuba terug te halen. Dit betekent kortweg dat de beurs van de ene op de andere dag wordt stopgezet door de Surinaamse regering, terwijl de studenten midden in hun studie zijn.
Ik wil de regering met klem en zeer concreet de volgende vragen stellen: “Regering, waarom heeft u dit besluit genomen? Wat heeft ertoe geleid? Bent u geen voorstaander van artsen uit arme gezinnen, die wel in Cuba kunnen studeren met een beurs? De antwoorden op deze vragen bent u het Surinaamse volk vooralsnog schuldig.
Regering, naast de antwoorden op bovenstaande vragen, wordt u er nu ook aangehouden om de grote teleurstelling en gevoelens van onbegrip, welke is ontstaan bij onze studenten, hun ouders, hun familie, hun vrienden, hun kennissen en bij elke Srananman, weg te nemen. Ik geef u nog enkele vragen mee ter overdenking:
– Was het niet beter om deze studenten in de gelegenheid te stellen hun studie af te laten ronden en daarna het besluit te nemen om niet verder te gaan met dergelijke beurzen?
– Wat zal er verder gebeuren met de studenten die worden teruggehaald?
– Hoe zal u de ontstane frustratie wegnemen?
– Was dit het toen u bedoelde en zei: “W’o set eng!? Na so jo e set eng?”
Woorden schieten mij te kort om aan te geven dat het door u genomen besluit, geen weldoordachte is, maar een teleurstellende beslissing. Het garanderen en bieden van goede gezondheidszorg aan het electoraat is uw verplichting omdat u het beloofd heeft en geen gunst welke u aan het volk verschuldigd bent. Het huilen staat mij nader dan het lachen bij het schrijven van dit artikel. Dit komt diep uit mijn hart. Ik ben teleurgesteld!
De Surinamer