Op 20 oktober vonden er in Bolivia verkiezingen plaats voor het parlement en de president. MAS, de partij van Evo Morales, werd uitgeroepen tot winnaar, maar hij werd beschuldigd van fraude bij de verkiezingen. Morales had toen de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) uitgenodigd om een hertelling uit te voeren. De OAS stelt dat er onregelmatigheden waren bij de telling. Morales ontkent dat, omdat de OAS niet een daadwerkelijke hertelling had gedaan, maar het proces van de tellingen had beschreven. Desondanks stemde hij toe met nieuwe verkiezingen. Maar voor die konden plaatsvinden, trad hij af vanwege een strak georganiseerde coup.
Een radiostation uit Bolivia kwam in het bezit van zestien audiobanden waarin rechtse Amerikaanse senatoren Marcio Rubio, Bob Menendez en Ted Cruz besprekingen voeren over een gecoördineerde response op een verwachte overwinning van Morales bij de verkiezingen. Die response zou bestaan uit massademonstraties, gewelddadige aanvallen op instellingen van de regeringspartij MAS en een aanval op de Cubaanse ambassade.
Het scenario trad in werking direct na het bekend worden van de uitslag. Demonstranten staken huizen in brand van burgemeesters en gouverneurs van de MAS. Mensen werden uit hun huis gesleept en tot bloedens toe in elkaar geslagen. Journalisten van de staatsmedia werden uit hun kantoren getrokken en op straat afgeranseld. De OAS, die zetelt in Washington en wiens budget voor 60 procent door de Amerikaanse regering wordt betaald, zweeg over deze misdaden, zoals ze ook zweeg over de misdaden van rechtse regimes in Latijns-Amerika.
Anders dan in Venezuela zijn de gewapende machten van Bolivia niet onder controle van de regering. Ze worden ideologisch en technisch getraind door de Amerikanen. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat het leger en de politie ingezet konden worden om een coup te plegen en Morales af te zetten.
Paramilitaire groepen onder leiding van Luis Fernand Camacho voeren een campagne van geweld en intimidatie. Camacho wordt de Bolsonaro van Moblivia genoemd, omdat hij net als de president van Brazilië open extreem-rechtse taal uitslaat. Camacho is een multimiljonair die al sinds zijn jeugd met para-militaire groepen bezig is geweest. Zijn stoottroepen hebben flink huisgehouden de afgelopen dagen.
Patricia Arce, de MAS-burgemeester van Vinto in Cochabamba, werd aangevallen. Haar hoofd werd geschoren en werd met rode verf (de kleur van extreem-rechts in Bolivia) besmeurd. Ze dwongen haar om blootsvoets door de straten te lopen, te knielen en vergiffenis te vragen vanwege haar steun aan Morales. Ze weigerde en werd uiteindelijk gered door mensen die haar te hulp schoten. In Potosi werd de broer van de voorzitter van het Bolivariaanse parlement, Victor Borda, gekidnapt. De kidnappers eisten dat Borda aftrad als voorzitter en parlementslid, anders zouden ze zijn broer vermoorden. Hij trad af. Dezelfde methode is toegepast bij andere MAS-functionarissen. Jose Aramayo, directeur een radiostation van een boerenorganisatie werd gekidnapt, vreselijk in elkaar geslagen en aan een boom opgehangen.
Dit is de rauwe en harde werkelijkheid van de fascistische coup in Bolivia. De westerse media en hun bondgenoten in Suriname zwijgen over deze gebeurtenissen. De aanhang van extreem-rechts wordt gepresenteerd als de stem van het volk van Bolivia.
Wat staat dit land te wachten de komende tijden? Het is duidelijk dat extreem-rechts met deze coup de controle over de staat wil krijgen. Ze konden dat niet doen middels verkiezingen. Als er verkiezingen zouden worden gehouden, dan is de kans groot dat de MAS weer wint, dus moeten ze zorgen dat de MAS niet meer kan meedoen met de verkiezingen of de controle krijgen over het verkiezingsapparaat om de uitslagen te manipuleren. Daarom is het van groot belang dat progressieve krachten het volk van Bolivia steunen door te eisen dat verkiezingen worden gehouden zonder de dreiging van geweld van extreem-rechts.
Sandew Hira