Volgens de onlangs door Nikos gehouden opiniepeiling is 46 procent van de kiezers in Paramaribo het eens is met de stelling dat de verkiezingen in 2020 niet eerlijk zullen verlopen. Prominente DNA-leden van de regerende partij hebben daags daarna verklaard dat deze Nikos-peiling, vanwege die uitslag, als onbetrouwbaar moet worden gekwalificeerd. Betoogd werd dat Suriname bekend staat om haar eerlijke verkiezingen en dat internationale waarnemers dat steeds hebben bevestigd. Dat is ook waar, maar dan betreft het met name het ordelijk uitbrengen van de stemmen en het administratief tellen daarvan op die ene dag van de verkiezing. Veel verder dan dat reikt het oordeel van de internationale waarnemers veelal niet.
Om daadwerkelijk van eerlijke verkiezingen te kunnen spreken moeten veel meer factoren in ogenschouw worden genomen dan slechts het ordelijk stemmen, het administratief tellen van de stemmen en het vaststellen wie hoeveel zetels heeft behaald. Verkiezingen zijn vooral eerlijk wanneer verschillende elementen – vooral voorafgaand aan de dag van de verkiezingen – transparant en eerlijk zijn, oftewel wanneer er voldoende checks and balances zijn ingebouwd in het proces ter voorbereiding van de verkiezingen. Daarbij moet gedacht worden aan (i) de mogelijkheid om zich kandidaat te stellen, (ii) de totstandkoming van de kiezersadministratie, (iii) de distributie van de oproepkaarten, (iv) de ruimte voor propagandavoering, (v) het gebruik c.q. misbruik van overheidsmiddelen, overheidsmedia en van persoonsgegevens, alsmede (vi) de financiering van de verkiezingskassen.
I. Het systeem: toegankelijkheid
In z’n algemeenheid kan gesteld worden dat Suriname een constitutioneel en wettelijk verkiezingssysteem heeft dat gestoeld is op democratische en rechtstatelijke principes en dat vrij gedetailleerd is uitgewerkt. Toch is er reeds jaren kritiek op bepaalde onderdelen, zoals de beperking dat alleen politieke partijen die voldoen aan het Decreet Politieke Organisaties kandidaten kunnen voordragen. Daarnaast hebben we de 1 procentregeling die algemeen als redelijk wordt ervaren, maar nooit echt is toegepast. In plaats van die toepassing ter hand te nemen en het e.e.a. administratief beter te regelen, is de regering voornemens ook nog een financiële drempel in te voeren, welk bedrag niet door iedere politieke partij die wel aan het decreet voldoet, even eenvoudig kan worden opgehoest. Hiermee wordt de mogelijkheid voor vooral nieuw opkomende politieke partijen om deel te nemen aan de verkiezingen beperkt.
Verbod op bundeling partijen
Recent heeft De Nationale Assemblee (DNA) – overigens in strijd met de Grondwet – ook een verbod goedgekeurd op pre-electorale samenwerking. Mijns inziens wordt geheel terecht dit verbod door velen gezien als een inperking van de vrijheid van politieke partijen om zich electoraal te verenigen en als combinatie van politieke partijen mede te dingen naar de politieke macht in Suriname. Het beperken van de mogelijkheid van politieke partijen om deel te nemen aan de verkiezingen en het tegelijkertijd verbieden van bundeling van politieke partijen, wordt algemeen ervaren als slechts in het voordeel van reeds gevestigde grotere partijen.
Representatie
Dan is er ook nog het steeds voelbaarder wordend bezwaar dat in het ene district een kandidaat door z’n 1000 kiezers kan worden gekozen, terwijl in een ander district er acht keer zoveel stemmen nodig zijn voor een plek op het parlementaire pluche. Verschillende deskundigen en politici vragen zich dan ook terecht af of een dergelijke uitslag wel representatief is, in de zin dat de uitslag wel een eerlijke weergave is van de electorale kracht van de partijen die zetels behalen.
Kiezersadministratie
Zoals gezegd heeft Suriname, met name in de Kiesregeling, een vrij uitgewerkt kiesstelsel. Bij wet is een kiezersregister voorgeschreven en het vaststellen van de kiezerslijsten is duidelijk omschreven. Die administratie wordt door ambtenaren van het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB) samengesteld, waarop het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB) volgens de wet toezicht houdt. Het OKB heeft echter meermalen aangegeven dat er geen behoorlijke procedure en geen goed samenspel is met het CBB om toezicht te kunnen houden. Hoe betrouwbaar deze administratie is, kan dus ook door het OKB in beginsel niet worden vastgesteld, waardoor de issue van betrouwbaarheid bij elke verkiezing dan ook weer ter discussie staat.
Oproepingskaarten
Ook kennen we bij elke verkiezing de perikelen rond niet verstrekte of verkeerd bezorgde oproepingskaarten. Met die kaart moet de kiezer zich aanmelden om te mogen stemmen. De distributie van die kaarten is in handen van de districtscommissarissen, maar daarop is geen wettelijke noch feitelijke controle van het OKB. Dit bureau heeft dan ook na elke verkiezing kunnen vaststellen dat uiteindelijk duizenden oproepingskaarten de betreffende kiezers niet bereikt hebben en dus duizenden niet alerte of minder geïnteresseerde kiezers ten onrechte uitgesloten waren van deelname aan de verkiezingen.
Bij de verkiezingen van 2010 waren 34.140 oproepingskaarten niet uitgereikt of onbestelbaar, wat overigens voor een deel te wijten is aan het niet voldoen door kiezers aan hun registratieverplichting, bijvoorbeeld bij een verhuizing.
II. De regerende partij: misbruik van regeermacht
Vanouds is ook in Suriname bekend dat de regerende partij een voorsprong heeft op het gebruik van overheidsmiddelen, overheidsmedia en persoonsgegevens. Deze middelen zijn ook internationaal zeer in trek om verkiezingen te beïnvloeden. Nieuw is echter dat de huidige regerende partij zelfs geen moeite doet om de schijn te wekken dat men geen misbruik daarvan zal maken. Juist wordt verkondigd dat zulk een gebruik niets nieuws onder de zon is, omdat alle voorgaande regerende partijen zulks ook hebben gedaan. Als men openlijk het gebruik goedpraat, dan is misbruik meestal niet ver om de hoek.
Misbruik overheidsapparaat
De huidige regerende partij geeft op dit stuk dan ook openlijk het slechte voorbeeld. In vrijwel alle gevallen, waarbij ministers, dc’s en directeuren van staatsbedrijven een met belastinggeld of geleend geld uitgevoerd werk in gebruik nemen, voert partijpropaganda de boventoon. De gehele setting, inclusief de brassband is in de partijkleur, met sprekers in partijtenue die niet kunnen nalaten de regerende partij en bovenal de president persoonlijk te bedanken voor zijn goedhartigheid.
Partijbijeenkomsten van de regerende partij, verspreid over geheel het land, worden financieel en anderszins gefourneerd door het Bureau Volkscontacten. Dit bureau is officieel belast met de “voorbereiding en uitvoering van het landelijk veldprogramma van de president”, lees de voorzitter van de regerende partij, en heeft jaarlijks vele miljoenen SRD’s ter beschikking.
Misbruik overheidsmedia
In deze tijd, waarin nagenoeg ieder huishouden over een radio en tv beschikt en een groot deel van de kiezers een mobiele telefoon heeft, is het gebruik van de media een heel belangrijk middel om kiezers te beïnvloeden. Het spreekt dan ook voor zich dat de partij die kosteloos de grootste toegang heeft tot de staatsmedia, een grote voorsprong heeft op andere partijen.
De huidige regerende partij heeft vrijwel onbeperkte toegang tot meerdere tv-kanalen en een radiostation met landelijk bereik. Daarbij wordt voortdurend overheidsvoorlichting versmolten met partijpropaganda. De nationale tv-zender, de STVS, krijgt steeds meer het aanzien van een partijzender, die zelfs aan nieuwsverduistering doet, als het betreft de partijvoorzitter onwelgevallig nieuws.
De regerende partij maakt zo reeds jaren misbruik van de staatsmedia, terwijl de overige partijen twee maanden voor de verkiezing zendtijd van de overheid krijgen.
Misbruik persoonsgegevens
Het zal de lezer bekend zijn dat wereldwijd de moderne digitale sociale media een schier onuitputtelijke bron zijn voor het verzamelen van persoonsgegevens. Deze nieuwe miljarden industrie biedt de mogelijkheid om via woord-, spraak- en gezichtsherkenningsapparatuur, gebruikers van sociale media met een bepaald profiel te identificeren en gericht te benaderen. Door een koppeling van het sociale mediagedrag met databestanden van overheidsinstanties, is de beheerder van deze apparatuur instaat bijvoorbeeld de politieke voorkeur, de vriendenkring, het inkomen en de schuldpositie van kiezers, per straat met huis- en telefoonnummer te identificeren.
Rol Telesur
Reeds in 2016 heb ik er publiekelijk gewag van gemaakt dat de overheid woord- en spraakherkenningsapparatuur heeft aangeschaft en ter beschikking heeft gesteld van een private groepering. Als ik goed geïnformeerd ben heeft de overheid thans ook gezichtsherkenningsapparatuur, aangeschaft.
Op zich is er niets verkeerds aan dat de overheid beschikt over geavanceerde apparatuur om efficiënt te besturen en dat Surinaamse ICT-deskundigen meegaan met de internationale ontwikkelingen. Het probleem zit er in het ontbreken van een wettelijke controle op het gebruik van persoonsgegevens. Daarbij speelt Telesur – via welk staatsbedrijf vrijwel alle internetverkeer plaatsvindt – een centrale rol. Telesur is de spreekwoordelijke spin in het nationale internet-web, die ook het gehele E-government-programma coördineert. Daaronder vallen voor zover hier van belang, de ID-kaarten, het buitenwettelijke Safe City-project en binnenkort ook de verkiezingsadministratie.
Geen controle justitie
Van enige controle door politionele of justitiële autoriteiten is geen sprake. Voor alle duidelijkheid zij gesteld dat ook het Directoraat Nationale Veiligheid geen politionele en ook geen justitiële instantie is en op geen enkele wettelijke basis stoelt, behalve dat de betaling van de lonen en soms buitensporige kosten, drukken op de bij wet goedgekeurde begroting.
In de huidige digitale tijd, waarbij Rusland, de VS en China elkaar over en weer beschuldigen van het beïnvloeden van verkiezingen via internet en sociale media, moeten wij waakzaam zijn. Van enige garantie dat de regerende partij niet via het E-government programma misbruik zal maken van persoonsgegevens is thans geen sprake. De kans dat het wel gebeurt is dan ook reëel aanwezig, maar helaas wordt dat vooralsnog door geen enkele publieke instantie gecontroleerd.
Omkopen kiezers
Ook is het van oudsher bekend dat de regerende politieke partij in de aanloop naar de verkiezingen rechtstreeks stemmen probeert te kopen. Door de toen regerende partij zijn in de aanloop naar de verkiezingen van 2015, versneld meer dan 5.000 grondbeschikkingen uitgereikt en meer dan 5.000 personen in dienst genomen van de overheid. Verder zijn er honderden, veelal bermvergunningen en tientallen concessies verstrekt. Bij ongewijzigd beleid kunnen we voor de verkiezingen van 2020 min of meer hetzelfde verwachten en zullen populair gezegd vele duizenden stemmen gekocht worden.
III. De verkiezing van 2020: crimineel kapitaal
Verreweg het belangrijkste middel dat politieke partijen nodig hebben om succes te boeken in de verkiezingsstrijd is, naast een goede boodschap, veel kapitaal. Partijpropaganda, structuren- en wijkvergaderingen, alsmede het accommoderen van twijfelende kiezers, kost heel veel geld. Leden van bepaalde partijen rijden rond in propagandavoertuigen met een waarde van meer dan US$ 75.000, welk bedrag groter is dan sommige andere politieke partijen in totaal ter beschikking hebben voor deelname aan de verkiezingen.
Alhoewel de wet voorschrift dat politieke partijen jaarlijks hun in- en uitgaven moeten publiceren, gebeurt dat gewoon niet, door geen enkele partij. Er is daar in het geheel geen controle en geen sanctie op. De verkiezingsfondsen zijn dus geheel aan het maatschappelijk oog onttrokken, waardoor ook crimineel verkregen kapitaal ongemerkt partijkassen kan binnenstromen.
Suriname is in dit opzicht geen uitzondering in de wereld en steeds meer politie wetenschappers waarschuwen ervoor dat in landen met zwakke instituten, steeds meer crimineel grootkapitaal zich “inkoopt” in de bovenbouw van de samenleving en haar instituten.
Vertrouwen
Op grond van het voorgaande komt het mij dan ook logisch voor dat 46 procent van de kiezers er geen vertrouwen in heeft dat de verkiezingen van 2020 eerlijk zullen verlopen. In plaats van “meneer-Nikos” van onbetrouwbaarheid te beschuldigen, zou het beter zijn als de regerende partij de kiezers waarborgen biedt dat er geen misbruik wordt gemaakt van overheidsmiddelen, staatsmedia en persoonsgegevens en dat politieke partijen verplicht worden hun inkomsten te verantwoorden. Daardoor zal het vertrouwen in eerlijke verkiezingen zeker vergroot worden.
Democratuur
Wat mij betreft is niet de uitslag van de verkiezing het allerbelangrijkste, maar het vertrouwen van de kiezer dat het in 2020 eerlijke verkiezingen zullen worden. Alleen als dat vertrouwen er in voldoende mate is, zal Suriname een waardige democratie blijven. Hoe meer kiezers het vertrouwen in eerlijke verkiezingen verliezen, hoe dichter Suriname komt bij een democratuur, dat wil zeggen een dictatuur gehuld in een democratisch jasje.
Hugo A.M. Essed
Paramaribo
26 april 2019