Er wordt steeds meer gesteld dat varkensvlees schadelijk is voor het menselijke lichaam en dat het eten van varkensvlees dus vermeden moet worden. Op een bijeenkomst met ondernemers in de agrarische sector in het district Para afgelopen zaterdag weerspreekt de onderdirecteur Veeteelt, Virginia Popken, deze berichten, die onder andere op social media de ronde doen. Dit meldt Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV).
Het is tot nu toe niet bewezen dat er stoffen voorkomen in varkensvlees die schadelijk kunnen zijn voor de mens. Sommige mensen zijn wel gevoelig voor bepaalde stoffen die voorkomen in bepaalde vleessoorten. Dat is niet alleen het geval bij vleesproducten, maar ook bij vissoorten die in de volksmond bekend staan als gladde vis, aldus Popken. Volgens haar is varkensvlees per definitie geschikt voor de menselijke consumptie.
Vlees dat ten verkoop wordt aangeboden, moet eerst worden gekeurd alvorens wordt overgegaan tot de verkoop. Het is van belang dat na slachting, het vlees wordt getransporteerd, gesneden en opgeslagen volgens de geldende voorschriften. Als de consument het vlees heeft gekocht, dient die het zo snel als mogelijk in de koeling te doen of te bereiden. Het niet op de juiste wijze opslaan of verwerken van vlees kan gevolgen hebben die dan wel schadelijk kunnen zijn voor de mens.
Het directoraat Veeteelt is thans gestart met het opvoeren van de bewustwording in deze sector. Verschillende boeren zijn de afgelopen periode getraind op de Good Agriculture Practices (GAP), die heel belangrijk zijn om de sector verder te kunnen ontwikkelen. Met de komst van LR-Group in Suriname zullen boeren nieuwe technieken worden bijgebracht in de veeteeltsector, liet Popken optekenen.
Minister Rabin Parmessar deelde het aanwezige publiek mee, dat landen zoals China behoefte hebben aan varkensvlees en dat Suriname hierop zou kunnen inspelen. De bewindsman hoopt dat de boeren hieraan gehoor zullen geven. Het beleid is er daarom ook op gericht de sector naar een hoger niveau te tillen. Het directoraat Veeteelt krijgt onder zijn bewind even veel aandacht als de andere directoraten, laat minister Parmessar weten.