Farmaceut Pfizer gaat alle geneesmiddelen en vaccins waarop het bedrijf een patent heeft beschikbaar stellen aan ontwikkelingslanden. Het gaat om 23 middelen die worden ingezet tegen infectieziektes, bepaalde vormen van kanker en ontstekingsaandoeningen als reuma. Ook de coronavaccins van Pfizer vallen eronder. De farmaceut zegt dat de medicijnen en vaccins zonder winstoogmerk zullen worden aangeboden.
Het voornemen van Pfizer is onderdeel van een groter programma waarmee het Amerikaanse bedrijf de wereldwijde ongelijkheid in de gezondheidszorg wil terugdringen. Het is de bedoeling dat uiteindelijk zo’n 1,2 miljard mensen in 45 ontwikkelingslanden worden bereikt, maakte Pfizer bekend op het World Economic Forum in het Zwitserse skioord Davos.
Rwanda, Ghana, Malawi, Senegal en Uganda doen als eerste mee. Op basis van de ervaringen daar krijgt het project een vervolg in andere landen met lage (midden)inkomens, zegt Pfizer. De meeste van die landen liggen in Afrika, maar ook Haïti, Syrië, Cambodja en Noord-Korea staan op de lijst.
Weinig medicijnen beschikbaar
Marijn Verhoef van de Access to Medicine Foundation, die in kaart brengt in hoeverre mensen in arme landen toegang hebben tot geneesmiddelen, spreekt van een veelbelovend initiatief. “Het is goed dat er aandacht komt voor deze landen. Uit de editie 2021 van de Access to Medicine Index blijkt dat veel medicijnen en vaccins nog niet eens in de helft van de landen met een middeninkomen toegankelijk zijn. In lage inkomenslanden, zoals Afghanistan en Malawi, is het nog veel slechter gesteld.”
Pfizer is niet de eerste farmaceut die van plan is om tegen relatief goedkope tarieven geneesmiddelen beschikbaar te stellen in ontwikkelingslanden. Eerder deden bijvoorbeeld Johnson & Johnson, het moederbedrijf van coronavaccinproducent Janssen, en medicijnproducent Sanofi dat ook.
Maar in tegenstelling tot bij Pfizer viel bij die farmaceuten slechts een deel van hun gepatenteerde geneesmiddelen onder een regeling die de toegang moest verbeteren, weet Verhoef. “Pfizer kondigt dat nu aan voor alle producten die ze onder patent hebben, en committeert zich ook aan toekomstige medicijnen die nu nog in ontwikkeling zijn.”
Patent blijft van Pfizer
Tijdens de coronacrisis werd Pfizer meermaals opgeroepen om het patent op zijn coronavaccin open te breken en het recept openbaar te maken. Ook in de richting van andere vaccinproducenten, zoals Moderna, klonken pleidooien van die strekking.
Zonder patent hadden andere bedrijven de bestaande vaccins sneller kunnen namaken zonder daarvoor te worden beboet, was de gedachte achter de oproepen van onder meer de Wereldgezondheidsorganisatie. Inwoners van ontwikkelingslanden hadden dan sneller kunnen worden ingeënt.
Critici en de farmaceutische industrie zelf hebben steeds volgehouden dat het vrijgeven van de vaccinpatenten niet effectief is, onder meer doordat slechts een klein aantal landen genoeg capaciteit zou hebben om de middelen daadwerkelijk te produceren. Ook vreesden farmaceuten dat ze zonder patenten minder geld zouden overhouden om te innoveren.
Pfizer kiest ook nu nadrukkelijk niet voor het vrijgeven van patenten, zegt Verhoef. “Maar als je 1,2 miljard mensen wil bereiken, zal je toch meer vaccins en geneesmiddelen moeten produceren. Pfizer gaat er nu van uit dat ze zelf kunnen opschalen, in plaats van ervoor te kiezen de patenten vrij te geven.”
‘Eerste stap’
De Amerikaanse farmaceut is van plan samen te werken met lokale overheden om in kaart te brengen waar precies behoefte aan is en kondigt aan met partners te werken aan het versterken van de gezondheidssystemen. “In onze toekomstige onderzoeken zullen wij in kaart brengen in hoeverre dit is gelukt”, zegt Verhoef. “Deze aankondiging is een belangrijke en hoognodige eerste stap.”