Na Nederland heeft ook Duitsland besloten om te stoppen met buitenlandse investeringen in de olie- en gassector. Zo breidt de ‘kopgroep’ die deze belofte heeft gemaakt zich steeds verder uit op de klimaattop in Glasgow.
Momenteel steekt Duitsland jaarlijks nog ruim 2 miljard euro in fossiele projecten in het buitenland. Daar moet het land nu voor het eind van 2022 mee stoppen.
Door de toezeggingen van ruim twintig landen, waaronder ook de Verenigde Staten en Canada, wordt naar schatting 19 miljard euro per jaar teruggetrokken uit olie- en gasprojecten. De landen beloven om met hun buitenlandse investeringen juist meer in te zetten op groene energie.
De Britse delegatie, die het initiatief nam voor de kopgroep, hoopt dat de bal blijft doorrollen en dat ook andere grote investeerders nog zullen aansluiten. In Europa ontbreekt met name Frankrijk nog, daarbuiten steken vooral Japan, Zuid-Korea en China nog veel geld in olie en gas. Volgens milieuorganisatie Oil Change International zijn die drie Aziatische landen samen goed voor 46 procent van alle investeringen die G20-landen doen in de fossiele industrie.
Nederland ‘dominosteen’ voor andere landen
Nederland wilde zich in eerste instantie niet aansluiten bij het pact, maar het demissionaire kabinet besloot dat uiteindelijk toch te doen onder druk van milieuorganisaties en de Nederlandse Tweede Kamer.
NU.nl