In Peru heeft de justitie een aanklacht geformuleerd tegen de linkse president Pedro Castillo. Die heeft eerder al pogingen om hem af te zetten, overleefd. Volgens de president slaat de aanklacht nergens op en gaat het om “een poging tot staatsgreep” door de rechtse oppositie.
De voormalige leraar en vakbondsleider Pedro Castillo werd vorig jaar verkozen tot president van Peru. Sindsdien is hij een paar keer beschuldigd van corruptie en mislukten enkele pogingen om hem af te zetten.
Nu is er opnieuw een aanklacht door de topvrouw van het gerecht Patricia Benavides. Volgens haar zijn er “ernstige aanwijzingen dat een criminele organisatie geïnfiltreerd is in de regering”. Eerder op de dag zijn een aantal huiszoekingen gehouden en zijn een aantal personen uit de omgeving van de president opgepakt.
Een aantal parlementsleden van de oppositie willen de afzettingsprocedure tegen Castillo opstarten, maar eerder bleek dat er niet voldoende stemmen voor zijn in het parlement. Anderen zouden overwegen om een voorstel in te dienen waarbij Castillo geschorst zou worden als president. De oppositie denkt dat dat voorstel meer kans maakt in het parlement dan een afzettingsprocedure.
De radicaal-linkse president Castillo ligt slecht bij het establishment in Peru. Hij zegt dat de aanklachten politiek gemotiveerd zijn en spreekt over “een poging tot staatsgreep” door de rechtse oppositie. Volgens zijn medewerkers zijn de aanklachten ‘ongrondwettelijk’ en mogelijk volgt er nu een juridische veldslag tussen voor- en tegenstanders van Castillo in Peru.
Peru heeft sinds 2016 al vijf presidenten gehad. Een van hen werd afgezet door het parlement, een andere stapte zelf op voor de afzetting een feit werd en een derde moest ontslag nemen na straatprotest.