Wanneer de president van Suriname met Pasen, geflankeerd door een domme speechschrijver, de kruisiging van Jezus gebruikt om aan te geven hoe goed de Surinaamse rechterlijke macht zou functioneren, dan is er iets mis. Goed mis, met de geloofwaardigheid van de Surinaamse rechterlijke macht!
Zeker als deze president – mijn excuses, deze slager – zijn eigen vlees keurt! Want in de afgelopen weken zijn er tenminste drie à vier nieuwe schandalen gecreëerd door dezelfde president, die op de valreep, voor de val van zijn stoel, voordat hij naar de verkiezingsguillotine gaat (het schavot staat geveild en klaar om te vallen), toch nog even een stevige ‘nyang’ probeert te maken. Hoe dom kun je geboren zijn? Hoe genetisch defect kun je zijn? Hoe “drei ai” kun je zijn om precies het model van de Ghetto Papa van de NDP te gebruiken om op het laatste moment nog te proberen te stelen van het volk dat je al vijf jaar hebt verarmd?
Er is maar één president in de geschiedenis van Suriname die zijn eigen ramen vanaf dag één zelf heeft ingegooid door naar zijn domme adviseurs te luisteren, en dat is president Chandrikapersad Santokhi, de Nobelprijswinnaar, wereldkampioen “eigen politieke ramen ingooien”! Ai mi Gado, Here Jezus aan het kruis, wat moet je met Suriname en haar leiders? De ene boevenkliek na de andere boevenkliek is weer stemmen aan het bedelen.
Oké, enfin, dit moest ik even kwijt!
Dan naar de hoofdzaak van dit artikel
Laten we het eens hebben over rechtspraak in Suriname. Niet het soort waarbij je met vertrouwen naar de rechter stapt en denkt: “Ah, hier zal ik mijn recht krijgen.” Nee hoor, we bedoelen het Surinaamse model: waar de grote vissen vrijuit zwemmen in helder water, terwijl de kleine garnalen worden drooggelegd voor het smokkelen van twee gram cocaïne via de derrière.
Want laten we eerlijk zijn: wanneer was de laatste keer dat een échte crimineel – een van die miljoenen witwassende grootmachten, grote cocaïne-exporteurs, goudsmokkelaars, valutasmokkelaars – zich moest verantwoorden voor een Surinaamse rechter? Vijf jaar? Tien? Of leeft dat soort rechtspraak gewoon op een andere planeet, en niet in Suriname?
En dat brengt ons bij de hoofdrolspelers: de Surinaamse rechters en de kruipende magistratuur.
Die zijn, volgens de publieke opinie, zó partijdig dat het haast lijkt alsof ze schoothondjes zijn van de politiek. Velen van hen zijn, met alle respect, geen toonbeelden van maatschappelijke of morele vorming. We hebben hier te maken met wat je gerust een generatie “juridische schoolverlaters-met-een-papiertje” zou kunnen noemen. Ze weten hoe je een wetboek citeert, zeker. Maar weten ze ook hoe recht voelt? Hoe het werkt in een samenleving? Hoe je weerstand biedt tegen de duistere hand die met een envelopje zwaait?
De elite speelt Monopoly, de rest speelt Mens erger je niet
Intussen is het duidelijk wie écht aan de touwtjes trekken. Niet de gekozen politici, niet de rechtsstaat, maar een clubje oligarchen met drugsgeld als smeermiddel en de politieke macht als hun favoriete speelgoed. Ze bezetten parlementen, besturen ministeries en – hoe verrassend – blijven onaantastbaar voor vervolging.
De rechterlijke macht? Die kijkt de andere kant op. Of beter gezegd: ze is druk met het afmaken van dossiers over een vrouw die haar elektriciteitsrekening wilde betalen door een bolletje cocaïne naar Schiphol te exporteren. Ja hoor, rechtvaardigheid leeft. Alleen niet op het niveau waar het écht pijn zou kunnen doen.
Tijd voor een volkstribunaal?
Nu we het vertrouwen in de formele rechterlijke macht definitief onder het vriespunt hebben gebracht, wordt het tijd om naar alternatieven te kijken. Misschien moeten we iets lenen van onze Romeinse voorgangers: het volkstribunaal. Ooit opgericht om de belangen van de plebejers (het gewone volk) te beschermen tegen het patriciaat, functioneerde dit als een tegenstem binnen een systeem dat systematisch het volk negeerde.
En wie zijn vandaag de plebejers? De werkende, de gewone Surinamer die niets meer gelooft van politiek noch justitie. En wie zijn de patriciërs? Laten we het houden op “de usual suspects”: heren en hun veelwijverij (buitenvrouwen), dus ook hun dames, en hun kinderen, doen mee met dikke auto’s, buitenlandse bankrekeningen en een allergie voor transparantie.
Een modern volkstribunaal in Suriname zou een ruimte zijn waar de waarheid nog wel het daglicht mag zien. Waar niet de omvang van je advocatenteam telt, maar de impact van je daden op de samenleving. En waar niemand je aankijkt alsof je gek bent wanneer je vraagt waarom de kleine man voor het gerecht moet verschijnen, terwijl de grote jongens champagne drinken op hun boot op de Surinamerivier.
Conclusie
Het vertrouwen in de Surinaamse rechters en de kruipende magistratuur is gedaald tot een dieptepunt. Met de verdwijning van Michael Jackson, de zogenaamde vlucht in het duister, is de kruipende Surinaamse magistratuur ontbloot. Ze staan nu naakt voor de plebejers. Dit complot van de eeuw verdient meerdere boeken in de toekomst. Hoe kon Bouta vluchten? Antwoord: alleen met medewerking van Chan en zijn twaalf kruipende magistraten (in een ander verhaal ‘kabouters’ genoemd), lijkt mij.
Het gewone volk wil niets van hen weten en lijkt te eisen dat er een volkstribunaal komt. Suriname lijkt zo onder Santokhi de zaden te hebben geplant voor een rechtssysteem volgens het model van Pol Pot, Mugabe, Idi Amin en nog meer van zulke zieke mensen in de wereldgeschiedenis. Want in een land waar de rechtspraak niet meer wordt gezien als een kracht ten dienste van het volk, maar als een schild voor de drugselite die de politiek heeft gegijzeld, zal – ongeacht welke politieke partij er na 25 mei 2025 komt – de situatie alleen maar verder verergeren.
De toga van de Surinaamse rechters lijkt zo een ‘bordeelpyjama’ te zijn geworden voor een zwoele avond waarbij de politici en hun pooiers er een stevige avond van maken – met alles erop en eraan!
Dr. Ashwin Ramcharan RO