De Progressief-Verheffende Partij (PVP) heeft een kort geding aangespannen tegen het Centraal Hoofdstembureau (CHS) en president Chan Santokhi. De partij stelt dat haar registratie onterecht is geweigerd en dat deze beslissing in strijd is met de Kiesregeling en haar statuten.
Volgens artikel 35 van de Kiesregeling zijn de weigeringsgronden voor registratie limitatief opgesomd. De PVP stelt dat geen van deze gronden van toepassing is en dat het CHS en het Administratief Beroepsinstituut van president onterecht extra eisen stellen, zoals ondertekening van een volmacht door het voltallige bestuur. Artikel 7 lid 2 van het huishoudelijk reglement bepaalt dat besluiten binnen het hoofdbestuur bij gewone meerderheid worden genomen.
In een resolutie van 5 maart 2025 (no. 404/RP) handhaafde president Santokhi de beslissing van het CHS, waarbij een eigen interpretatie van de statuten en het huishoudelijk reglement werd gehanteerd. De PVP noemt dit onjuist en stelt dat het CHS en de president het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel hebben geschonden.
De partij beschouwt de weigering als een poging om haar deelname aan de verkiezingen te blokkeren en eist via de rechter alsnog registratie. De uitspraak in het kort geding zal bepalen of de PVP kan meedoen aan de komende verkiezingen.