Het Amerikaanse Hooggerechtshof heeft de regering-Trump een nederlaag bezorgd door te oordelen dat het niet toegestaan is om bijna alle ontwikkelingshulp per direct te stoppen. De regering wordt verplicht om zich te houden aan een eerdere uitspraak van een lagere rechtbank, die stelde dat er nog bijna 2 miljard dollar aan hulporganisaties uitbetaald moet worden voor werkzaamheden die al zijn uitgevoerd.
Dit is een van de eerste keren dat het Hooggerechtshof de regering-Trump corrigeert tijdens zijn tweede termijn, waarbij twee conservatieve rechters zich bij hun meer progressieve collega’s voegden.
Begin februari besloot de regering-Trump de financiering van USAID, het belangrijkste Amerikaanse agentschap voor buitenlandse hulp, tijdelijk te bevriezen. Trump had de hulpprogramma’s van het agentschap afgedaan als “verspilling” en vond ze niet in lijn met het buitenlandbeleid van zijn regering. Duizenden medewerkers van USAID zijn inmiddels ontslagen of met verlof gestuurd.
Non-profitorganisaties en bedrijven die via USAID ontwikkelingshulp ontvingen om wereldwijd projecten uit te voeren, stapten naar de rechter. Het bevriezen van de hulp leidde ertoe dat sommige organisaties bijna al hun personeel moesten ontslaan. Ze waarschuwden dat levensreddende hulp voor de meest kwetsbare groepen niet langer kan doorgaan.
Bezuiniging van 60 miljard dollar
In deze rechtszaak bepaalde een federale rechter half februari dat de bevriezing van de ontwikkelingshulp via USAID opgeheven moest worden, en de regering-Trump kreeg een deadline om geld uit te keren voor werk dat al was afgerond.
Desondanks ging de regering in beroep tegen deze uitspraak. Het Witte Huis benadrukte dat er geen sprake meer was van een volledige bevriezing van fondsen, omdat nu specifiek is aangegeven welke projecten geen financiering meer ontvangen. Er wordt een bezuiniging van 60 miljard dollar doorgevoerd op mondiale hulpprogramma’s.
Het Hooggerechtshof verwierp echter deze redenering. Het vonnis stelt dat er nog bijna 2 miljard dollar aan non-profitorganisaties en bedrijven moet worden uitbetaald. Het Hooggerechtshof heeft wel gevraagd om verduidelijking van de lagere rechter over de voorwaarden en de nieuwe deadline voor de uitbetaling. Het is momenteel onduidelijk wanneer de hulporganisaties het geld kunnen verwachten.