Verschillende parlementariërs zijn het erover eens dat er landelijke stembureaus moeten komen waar personen uit de districten hun stem kunnen uitbrengen, in plaats van dat zij moeten terugreizen naar hun dorpen waar ze zijn ingeschreven. ABOP-parlementariër Edgar Sampie liet tijdens de behandeling van de wijziging van de Kiesregeling in het parlement weten dat dit geen nieuwigheid is, omdat deze mogelijkheid bij de vorige verkiezingen tijdens de covid-19-periode wel mogelijk was gemaakt.
Hij wees erop dat het geen onbekend gegeven is dat personen uit de districten in Paramaribo verblijven en niet van plan zijn om speciaal voor de verkiezingen terug te gaan naar hun ressorten waar ze zijn ingeschreven, gewoon omdat het te veel geld kost om daarnaartoe te reizen. Zo stelde hij dat een persoon die in Nickerie woont en momenteel in Paramaribo verblijft, geen honderden Surinaamse dollars gaat verspillen om zijn stem uit te brengen in Nickerie.
Voor deze groep personen moet er een regeling komen. Door artikel 25 van de Kiesregeling aan te passen of een lid toe te voegen, kunnen er landelijke stembureaus komen, zodat personen niet per se terug hoeven te gaan naar hun ressort om hun stem daar uit te brengen. Hen moet de mogelijkheid worden geboden om op de dag van de verkiezing bij zo’n landelijk stembureau te stemmen. Door het ontbreken van deze faciliteit ontneemt de overheid duizenden mensen de mogelijkheid om hun stem uit te brengen.
Parlementariër Miquella Huur (PL) ondersteunt Sampie in dit voorstel en gaf aan dat de realiteit is dat reizen naar de dorpen gepaard gaat met hoge kosten voor de mensen die zich in Paramaribo bevinden en in het binnenland zijn ingeschreven. In het artikel moet worden opgenomen dat er landelijke stembureaus komen, zodat de mensen die zich ten tijde van de verkiezingsdag in de stad bevinden hun stem kunnen uitbrengen. Het kan ook zijn dat zij zich elders bevinden, maar dat ze bij een landelijk stembureau terecht moeten kunnen.
Soewarto Moestadja (NDP) noemde het goed om landelijke stembureaus te hebben om vele kiezers uit het binnenland tegemoet te komen die in Paramaribo verblijven. Hij wees erop dat afreizen naar het binnenland veel kosten met zich meebrengt. Hij is echter van mening dat een belangrijk aspect wordt verwaarloosd, namelijk dat bij verhuizing, en wel langdurig, de plicht bij de burger rust om de verhuizing bij het CBB door te geven. Volgens hem kan het juist tegen de regels zijn die zijn gemaakt.
Rabin Parmessar (NDP) en Ronny Asabina (BEP) pleitten ervoor dat de stembureaus in het binnenland niet te ver van elkaar gelegen moeten zijn. Parmessar merkte op dat de opkomst in het binnenland van personen die hebben gestemd tussen de 40 en 50 procent ligt. Dat is volgens hem iets wat we niet moeten willen. Asabina herinnerde eraan dat connectiviteit en mobiliteit nog steeds een uitdaging zijn in het achterland en dat daarmee rekening moet worden gehouden. Het mag niet zo zijn dat burgers in het binnenland meer offers moeten brengen om hun stem uit te brengen dan iemand die in de kustvlakte woont.