Minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC) is niet te spreken over het feit dat onderwijsbonden zonder gedegen redenen snel grijpen naar het model van actie voeren. Dit leidt volgens hem tot anarchie en dat moet tot het verleden gaan behoren. De vraag die bij hem rijst is wanneer het moment is dat bonden in actie kunnen gaan.
Tijdens een persconferentie na de vergadering van de regeringsraad zei de bewindsman, dat stakingen binnen het onderwijs gauw tot irritatie leiden bij ouders en leerlingen. Die zorgen volgens hem ook voor de nodige achterstand. Actievoeren zonder dat er sprake is van een arbeidsconflict kan volgens de onderwijstopman niet langer getolereerd worden. Ori constateert veel anarchie bij het gedrag van een aantal bonden.
Suriname is een geordende samenleving en het is volgens de onderwijsbaas nu wel tijd om een norm vast te stellen. Het moet voor hem ook duidelijk worden wie wel of geen lid is van een bond. Die registratie zal moeten plaatsvinden. De minister stelt dat er ongeveer 32 bonden actief zijn op het ministerie en het wordt voor hem met de dag gekker.
In plaats van naar harde maatregelen te grijpen wil de bewindsman nagaan welke protocollen kunnen worden vastgesteld om zaken in goede banen te leiden. Bonden willen teveel bemoeien in het beleid. Het management is daar verantwoordelijk voor en geen belangengroepen.
Los van het gedrag van sommige bonden ging de bewindsman in op plannen van het ministerie om het onderwijsniveau verder op te krikken. Zo is het ministerie bezig met het landelijke programma voor de renovatie en bouw van scholen. Het gaat daarbij om 160 scholen in 10 districten.
Voorts maakte de minister zich zorgen om de resultaten na het eind van dit schooljaar, die volgens hem er niet rooskleurig uit zullen zien. De vele stakingen hebben ongetwijfeld hieraan ten grondslag gelegen.