De afgelopen week zijn vele publieke optredens van de betrokken politieke ambtsdragers in de media waar te nemen geweest. De president gaf een exclusief interview aan Starnieuws, de minister van Financiën sprak met Welingelichte Kringen van Radio ABC, en de minister van Openbare Werken hield een persconferentie en bracht een bezoek aan de heer Pierkhan. Met genoegen heb ik geluisterd naar de verdraaiingen, neutralisatietechnieken en tegelijkertijd naar de tegenstrijdigheden en antwoorden die hun zaak alleen maar meer schade toebrengen.
De politieke ambtsdragers lijken zich niet bewust te zijn van het feit dat het volk en de internationale gemeenschap beschikken over publiek gemaakte bewijsstukken. Het valt op dat de president en zijn ambtsgenoten bezig zijn onwaarheden te verspreiden over het Pan American corruptieschandaal. We zijn ons bewust van voldoende feitelijke informatie en omstandigheden die vooraf zijn aangetoond, waarbij het optreden van onze vervolging, het Openbaar Ministerie, onvermijdelijk is.
We weten dat de genomen besluiten hebben geleid tot ernstige benadeling van de staat, gebaseerd op een definitie van Public Private Partnerschap (PPP) die achteraf is beklonken, zonder enige missive van de Raad van Ministers en is afgeweken van een openbare aanbesteding op basis van mondelinge afspraken. Het meest merkwaardige is dat onze voormalige advocaat-generaal zelf op de radio heeft verklaard dat de president onwaarheden verkondigde in zijn interview. Nu ik met belangstelling volg wat de acties zijn van het Openbaar Ministerie, valt mij op dat haar handelwijze in schril contrast staat met hetgeen zij als standpunt hanteert bij een andere spraakmakende zaak waar bevoordeling van de staat voor het zorgen van continuïteit en stabiliteit niet tot eigen voordeel leidt.
Ik had eerder al aangegeven dat de Anticorruptiewet nooit bedoeld is voor het bevoordelen van de staat. Naar mijn mening gaat dit juist schade toebrengen aan de staat en is er sprake van benadeling van de staat. Het is opvallend dat de president en dezelfde politieke ambtsdragers, zonder inhoudelijke kennis van die zaak, zich nu afvragen waar de schoen wringt.
Met de bewoordingen van het Openbaar Ministerie zelf kunt u een eigen conclusie trekken over waarom het eenieder verbaast dat het Openbaar Ministerie niet meteen heeft ingegrepen en tot vervolging is overgegaan.
Context van het Openbaar Ministerie
Tezamen en in vereniging met publieke ambtsdragers hebben zij in de uitoefening van hun publieke functie, zoals bedoeld in artikel 1 van de Anticorruptiewet S.B. 2017 no. 85, verboden handelingen verricht en/of besluiten genomen. Hierbij is opzettelijk financieel nadeel toegebracht aan de staat of zijn financieel nadelige voorwaarden bedongen. Hierbij is gehandeld in strijd met geldende voorwaarden, wettelijke voorschriften of procedures om voor zichzelf en/of ten behoeve van anderen, waaronder Pan American en ten minste één nog onbekend gebleven persoon, enig onrechtmatig voordeel te verkrijgen. De politieke ambtsdragers hebben tezamen en in vereniging de volgende handelingen verricht en/of besluiten genomen ten behoeve of ten laste van de staat:
– Overeenkomsten of mondelinge afspraken waarbij bijna US$ 8 miljoen door de staat is betaald zonder contractuele verplichting, zonder grondslag van PPP, terwijl er geen noodzaak was voor deze benadeling en/of geen noodzakelijke en/of gegronde reden was om de staat te verbinden aan de achteraf opgemaakte PPP-afspraken.
– Het ontbreken van een missive, misbruik van de grondwet tijdens regeringsvergaderingen, ongrondwettelijke anti-datering van het reeds uitgevoerde project, zijnde valsheid in geschrifte.
– Geen openbare aanbesteding gehouden, geen advies ingewonnen en/of geen vergelijking gemaakt met soortgelijke eerder gesloten contracten.
– Niet voldaan aan de beginselen van goed bestuur.
De politieke ambtsdragers hebben opzettelijk voormelde mondelinge afspraken en achteraf gebleken schriftelijke afspraken samengesteld om hun vermeende strafbare handelingen te neutraliseren. Hierbij zijn oneigenlijke en onredelijk grote bedragen bedongen en/of zijn zeer ongebruikelijke en/of afwijkende clausules en/of voorwaarden overeengekomen. De politieke ambtsdragers wisten dat voor die overeenkomst van september 2019 die betalingen niet vereist waren en hebben daarmee in strijd gehandeld met de Comptabiliteitswet en relevante staatsbesluiten, waarbij de staat ernstig financieel nadeel heeft ondervonden en de staat opzettelijk is benadeeld (artikel 13, lid 1, onder a van de Anticorruptiewet S.B. 2017 no. 85).
Deze betalingen van bijna US$ 8.000.000,00 (acht miljoen Amerikaanse dollars), zijnde SRD 285.000.000, zijn zonder deugdelijke grondslag oneigenlijk aangewend buiten de wettelijke begroting en onttrokken aan hun bestemming. Hierbij hebben de politieke ambtsdragers wederrechtelijk zich de gelden toegeëigend en een andere bestemming gegeven door gelden buiten de wettelijke begroting buiten de ambtelijke sferen uit te keren aan een particuliere organisatie (artikel 423 SR en artikel 382 SR).
Conclusie
Het beschermde belang dat de wetgever stelt bij artikel 13 van de Anticorruptiewet is de bescherming van de staat tegen benadeling. Het is al vastgesteld dat de feiten en omstandigheden overduidelijk aantonen dat de handelingen van de politieke ambtsdragers in de zaak Pan American in strijd zijn met wettelijke bepalingen, waarbij door die handelingen financieel nadeel wordt toegebracht aan de staat.
Mike V. Nerkust LLB.