Vanuit het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank is interesse getoond om Suriname te bezoeken. Beide organisaties zullen een topfunctionaris naar Suriname sturen om persoonlijk te observeren hoe projecten, met technische bijstand van het fonds, de Wereldbank en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB), worden uitgevoerd. Meer informatie over het bezoek van deze topfunctionarissen wordt binnenkort bekendgemaakt.
President Chan Santokhi geeft aan dat het gaat om instituten met gezag en vertrouwen, tijdens een gesprek met Suriname Herald. Tijdens onderhandelingen met schuldeisers hebben deze instituten ook bijgedragen aan het bereiken van overeenstemming. Het staatshoofd benadrukt dat Suriname, in het proces van economisch herstel, zich moet houden aan strenge regels.
In juni van het vorige jaar is het zelfs voorgekomen dat Suriname de Wet belasting over toegevoegde waarde (btw) niet had doorgevoerd, waardoor het land niet voldeed aan de gestelde eisen om in aanmerking te komen voor geld van het IMF.
Nu zal de wet met instemming van het fonds worden aangepast omdat, zoals het oorspronkelijk was goedgekeurd, het niet werkbaar bleek voor de samenleving. Deze wetswijziging staat op de agenda na overleg met de leiding van het parlement en zal met betrokkenheid van alle sectoren worden herzien, aldus de president.
President Santokhi geeft aan dat 2023 een moeilijke periode van herstel, hervorming en schuldherschikking heeft afgesloten. Tijdens deze periode moesten er maatregelen worden genomen om inkomsten te verhogen en uitgaven te verminderen, wat ook druk vanuit de samenleving met zich meebracht.
De president is echter hoopvol voor de komende periode en wijst op het feit dat het bezoek van de IMF-topper onder andere dient als een voorbeeld voor landen die met het IMF willen samenwerken. Chief Mission Anastasia Guscina, die recentelijk in Suriname was, was volgens de president onder de indruk van het feit dat de regering ondanks de zware druk van de bevolking is doorgegaan. Deze prestatie zal dienen als model voor andere landen, aldus het staatshoofd.