Alsof de samenleving een ander resultaat verwacht had, heeft de door minister Steven Mac Andrew ingestelde onderzoekscommissie naar mogelijke misstanden tijdens de verkiezingen voor de leiding van de Jeugdraad Suriname de bewindsman vol trots meegedeeld dat het onderzoek heeft uitgewezen dat er geen actieve partijpolitiek is gevoerd door leden van de Jeugdraad Suriname in de afgelopen periode.
De onderzoekscommissie stond nota bene onder leiding van de directeur Jeugdzaken, Genti Mangroe. Gekker kon het niet. Als je eenmaal als ministerie de jongeren van de Jeugdraad Suriname, die zich al in een vroeg stadium beïnvloedbaar hebben getoond, door jouw eigen directeur Jeugdzaken laat horen, dan is het spreekwoordelijke de slager keurt zijn eigen vlees hier meer dan van toepassing. Wie dus verwacht had dat de onderzoekscommissie de minister zou adviseren er de bezem door te halen of desnoods de verkiezingen van de leiding ongeldig te verklaren, komt bedrogen uit.
Jongerenvertegenwoordigingen in Suriname zijn als sinds jaar en dag een goede kweekvijver voor politieke partijen of zo niet een middel via welke zij de stemgerechtigde jonge Surinamers met hun propaganda proberen te bereiken. En laat dat nou precies hetgeen zijn, waar de jongeren van de Jeugdraad Suriname zich voor beïnvloedbaar hebben getoond en ook voor geleend hebben. Zij deden wat het daglicht niet kan schuwen en wisten ook dat het niet door de beugel kan: een geheime bijeenkomst hebben waarvan gekozen jeugdraadslid klokkenluider Ceejay Wiebers niet op de hoogte was en daarenboven hebben zij een ‘bezoek’ gebracht aan vicepresident Ronnie Brunswijk.
Waarvoor dat bezoek nodig was; door wie het georkestreerd was en waarom in de media daar geen melding van was gemaakt, blijft vooralsnog een groot vraagteken. Echter, is dit alleen al genoeg om te stellen dat zij die in het geheim – want dat was het zeker – bij de tweede man van het land zijn geweest, een scheve schaats hebben gereden. De onderzoekscommissie concludeert immers het volgende: “Ook is bevestigd dat er een informele meeting is geweest bij de residentie van de vicepresident van de Republiek Suriname met een deel van de Jeugdraad Suriname, waar hij een korte motivatie speech heeft gehouden, maar ook stemadvies heeft gegeven.”
Wanneer de onderzoekscommissie zelf aangeeft – na de leden gehoord te hebben – dat de vicepresident stemadvies heeft gegeven, komen alle andere conclusies dat er geen gestes zijn ontvangen door de leden van de Jeugdraad noch dat aan hen materiële zaken zijn beloofd of aangeboden, te vervallen. Ook al zou de vicepresident of wie dan ook dat niet gedaan hebben, vaststaat wel dat de vicepresident stemadvies heeft gegeven aan jongeren die dit niet nodig hebben, gezien hun leeftijd, aspiraties om voor de Surinaamse jeugd op te komen en over een bepaalde mate van inzicht, kennis en kunde beschikken.
Het feit dat ook minister Mac Andrew, de leiding van Jeugdzaken en mogelijk ook het Nationaal Jeugd Instituut (NJI) niet op de hoogte waren van de informele meeting, geeft aan dat de bij de vicepresident aanwezige jongeren daarmee deze autoriteiten hebben gedesavoueerd.
Genoeg reden dus voor de leiding van AWJ om de verkiezingen onder een vergrootglas te plaatsen, maar meer nog deze ongeldig te verklaren. De conclusies van de onderzoekscommissie zijn hetzelfde als wanneer er geen onderzoekscommissie was ingesteld. De commissie blijkt geselecteerde leden gehoord te hebben, maar blijkt klokkenluider Wiebers links te hebben laten staan. Hoe transparant het onderzoek dan is geweest, is een vraag die niet beantwoord zal worden, omdat het ministerie van AWJ zoals toen de kwestie aan het licht kwam, overgaat tot de orde van de dag.
Van minister Mac Andrew hoeft dus niet verwacht te worden dan hij er nog wat van laat gebeuren. Want hoewel AWJ in een persbericht aangeeft dat de minister het rapport zal doornemen en er op basis van het advies verdere acties zullen worden ondernomen, is het reeds duidelijk dat men geen gezichtsverlies wil lijden door vanwege de politieke bemoeienis een sterk signaal te geven aan de vicepresident. Wat wel gedaan wordt is ervan maken dat deze bemoeienis voor twee kampen heeft gezorgd, maar nimmer is aangehaald dat het stemadvies van de regeringsfunctionaris de verkiezing van de leiding heeft beïnvloed.
Om nog meer de schuld van zich af te schuiven, schrijft AWJ ook: “De politieke inmenging binnen het toenmalig Nationaal Jeugd Parlement was een van de redenen waarom jongeren gaarne een nieuwe organisatie voor participatie prefereren, omdat het daadwerkelijke jeugdwerk niet helemaal tot zijn recht kwam.” Een zwaktebod van het ministerie, maar ook niet vreemd wanneer je deel uitmaakt van een regering die alles wat krom is binnen haar beleid, het gevolg noemt van wanvertoningen tijdens de vorige regering.