Het te koop aanbieden van een stenen bijl heeft geleid tot een discussie in een verkoopgroep op sociale media. Foto’s van de bijl, die blijkbaar in het binnenland is gevonden, werden gistermorgen geplaatst in de verkoopgroep ‘Koopjes Corner Suriname’. De verkoper voegde daar de volgende tekst aan toe: “Ik vond dit in het Matawaigebied, vlakbij een kreek, waar er aan goudwinning wordt gedaan.”
Opvallend is dat er juist gisteren in de media, op Starnieuws, een bericht verscheen waarin de Archeologische Dienst van het Directoraat Cultuur haar bezorgdheid uitte over het feit dat er van vondsten in zowel Paramaribo als het binnenland geen meldingen worden gedaan.
“Volgens de bepalingen opgenomen in de Monumentenwet 2002, artikel 21, moeten vondsten die gedaan worden tijdens grondverstorende werkzaamheden altijd worden doorgegeven”, zegt Irene Meulenberg van de Archeologische Dienst tegenover Starnieuws.
Er wordt aangegeven, dat men de vondst van objecten niet meldt bij de autoriteiten. Hierdoor verdwijnen deze in privécollecties. Verder is er een levendige handel in archeologische objecten, waaronder gepolijste bijlen, die gesmokkeld worden naar Frans-Guyana en Brazilië om ze daar te verkopen. In de post blijkt dat de persoon die de bijl heeft gevonden ook op financieel gewin uit is, blijkens zijn reactie en de opmerking van een ander persoon in de discussie die ontstond nadat iemand adviseerde het gevonden voorwerp aan het Nationaal Archief Suriname te doneren.
In een andere comment valt op te maken dat de stenen bijl te koop wordt aangeboden voor US$ 500. Iemand vraagt zich af wat hier mis mee is, als anderen Prado’s ter waarde van US$ 50.000 tot US$ 80.000 laten halen. De persoon die de bijl heeft gevonden reageert onder meer met: “Mensen zomaar doen jullie druk, na wan okasie mi e suku fu mek wan hap jere. Dus ef mi fen wan extra a de welkom yere. Un no fight wan man sa wan luku en gezin.”