De regering meldde deze week met veel fanfare dat het begrotingstekort is teruggebracht tot 4,3 procent. Dit zou volgens een bericht van de Communicatiedienst Suriname (CDS) slechts 1 procent boven de internationale norm zijn. Overdreven en met veel borstklopperij zoals wij inmiddels van de huidige regering gewend zijn, werd gesproken van een historische prestatie en een mijlpaal.
Terwijl de regering zich beijvert steeds meer in de gunst van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) te vallen, bedient zij zich van allerlei hoge dan wel overdreven termen om de reeds verpauperde samenleving, die het licht in de tunnel nog steeds niet kan ziet, ijdele hoop te geven. Dit terwijl statistieken van bijvoorbeeld het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) steeds anders uitwijzen en de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) cijfermatig vaker het ongelijk van de regering bewijzen.
En terwijl de regering-Santokhi al vanaf haar aantreden de lamgeslagen massa een gouden toekomst blijft beloven, is de realiteit dat de koopkracht met rasse schreden achteruit blijft gaan, waardoor veel gezinnen het hoofd niet meer boven water kunnen houden. Subsidie op nutsvoorzieningen is misschien terecht afgeschaft, maar daarentegen wordt er middels verhoogde belastingen meer geld uit de zakken van de samenleving geklopt.
Om maar niet te zeggen dat uitbetaling van sociale toelagen een drama is, waar veel mensen daarom liever van afzien. Steeds meer Surinamers lokaal en in de diaspora komen in actie om hun landgenoten de helpende hand toe te reiken, aangezien de Surinaamse regering niet meer in staat is haar samenleving recht te doen. Zij is meer met zichzelf, vrienden en familie bezig, en vooral hoe zo goed mogelijk te scoren om nog een regeertermijn eraan toe te voegen. En als het met mooie woorden moet, dan maar.
Wat de regering echter niet door heeft is, dat zij het volk daarmee steeds tegen zich in het harnas jaagt, niet in de eerste plaats vanwege het wanbeleid, maar meer nog om het verdraaien van feiten, het zichzelf tegenspreken, vingerwijzen naar iedereen behalve zichzelf en vooral geschiedvervalsing waarin de regering-Santokhi uitblinkt.
De regering verzuimt aan te geven op welke wijze zij het begrotingstekort heeft teruggebracht. Onder meer geeft zij niet aan dat hierin vooral de gelden die van het IMF afkomstig zijn, zitten. Het zijn leningen die terugbetaald moeten worden en waarvoor het Surinaamse volk een enorme prijs betaalt. De offers die het volk zal moeten brengen zullen met de tijd alleen maar zwaarder worden. Het volk zal niet eens een kokolampu in de tunnel zien, laat staan het licht waarover Chan het zo vaak heeft.
Thans wordt de financiële instelling aangeprezen als de reddende engel en zou volgens haar – zoals de regering dit overbrengt – Suriname het veel beter doen dan landen waar soortgelijke herstelprogramma’s worden uitgevoerd. Des te meer reden voor de regering om zichzelf op de borst te kloppen. Zij vergeet echter dat de regering-Venetiaan in het verleden erin is geslaagd het begrotingstekort onder de drie procent terug te brengen en de inflatie zelfs van 587 procent in 1994 tot 1 procent in 1996, wat pas historisch genoemd kan worden.
Behalve dat de regering-Santokhi de geschiedenis zal ingaan als een die de waarheid geweld heeft aangedaan en verworvenheden van voorgaande regeringen als eigen uitgevoerde projecten claimt, zal zij vooral herinnerd worden als de regering die eerder interne conflicten moest zien op te lossen dan de samenleving voorspoed en welvaart te brengen. In het laatste is zij tot nu toe niet geslaagd, maar zowel de president als de vicepresident blijven zichzelf overstijgen met de zogenaamde “fisti prodo” al is het alleen maar om de schijn te wekken dat alles onderling of in de regering koek en ei is.