De ABOP blijkt wel een kandidaat te hebben gehad voor de functie van procureur-generaal (pg). Zo blijkt president Chan Santokhi zaterdag te hebben meegedeeld aan leden van de vakbeweging en het bedrijfsleven tijdens een ontmoeting op zijn kabinet. Eerder meldde de Communicatiedienst Suriname (CDS) dat de president de organisatie bij elkaar had geroepen om hen te informeren over de actuele ontwikkelingen. Daarbij is ook gesproken over de kwestie rond de benoeming van de pg.
Inmiddels is Garcia Paragsingh officieel benoemd in deze functie, maar het proces heeft ruim een jaar geduurd. De ABOP stond er niet achter. Uit informatie waarop Suriname Herald de hand heeft weten te leggen blijkt president Santokhi te hebben aangegeven dat vicepresident Ronnie Brunswijk issues had. Die waren soms emotioneel, hadden soms te maken met etniciteit en soms met concrete zaken. Er is met de vp gesproken en hem is uitgelegd dat de benoeming toch op agenda gebracht zal worden.
Wat vooral meewoog was het feit dat de toen nog waarnemend pg haar brief voor verlofopname al klaar had. Zij zou ook niet voor de derde keer willen waarnemen. Indien dat het geval zou zijn zouden naast Paragsingh volgens president Santokhi ook Carmen Rasam en Shanta Mahadew met pensioen gaan. De president gaf aan dat dit een gat zou brengen, terwijl de regering juist continuĂŻteit van beleid en onafhankelijkheid van de rechterlijke macht wil.
Hij gaf aan dat de ABOP in het begin een kandidaat had. âMaar het was een persoon die helemaal in de startgroep van het Openbaar Ministerie zat als kandidaat. Je neemt niet zomaar iemand en maakt die tot pg. Je moet die persoon trainen en weet ook niet of die persoon het advies van het Hof zou aannemen.â De president zei ook dat de benoeming in de bewuste regeringsraadsvergadering met quorum is goedgekeurd. Hij gaf aan dat als ministers het niet eens zijn met raadsvoorstellen, zij dit voor de meeting kenbaar moeten maken. Niemand heeft dat gedaan.
Voordat de benoeming werd goedgekeurd was er reeds goedkeuring van het Hof van Justitie verkregen. Vervolgens kreeg justitieminister Kenneth Amoksi de opdracht een raadsvoorstel voor de benoeming voor te bereiden. Toen dat niet kwam werd hij door de president ontboden die hem wees op de constitutionele bepalingen in de grondwet. Vervolgens deelde de bewindsman mee dat het om een zwaarwichtige beslissing ging en dat het raadsvoorstel liever door de president werd opgemaakt.