Er bestaat nog steeds onenigheid onder leden van De Nationale Assemblee over het wel of niet schrappen van artikel 28a uit de Personeelswet. Dit artikel zal het mogelijk maken voor de overheid om het ‘no work, no pay principe’ toe te passen op ambtenaren die geen werk verrichten.
Ook zal de regering de mogelijkheid hebben om het salaris van ambtenaren die niet hebben voldaan aan de verplichte landsdienarenregistratie (VLDR) stop te zetten. De regering na de vele bezwaren tegen dit artikel gemeend een aanpassing te brengen, maar met name de oppositie en enkele leden van de coalitie zijn van mening dat het artikel eruit moet.
Zo heeft de regering besloten dat het salaris wel betaald zal worden als de ambtenaar op medisch advies wegens ziekte of ongeval de werkzaamheden niet heeft kunnen verrichten, als de ambtenaar met verlof is.
Verder ontvangt de ambtenaar ook salaris als die uit de functie ontheven is zonder dat aan hem door of vanwege het bevoegd gezag andere op de dienstbetrekking hebbende werkzaamheden zijn opgedragen, als de ambtenaar heeft aangegeven niet in staat te zijn buiten de werktijden van de reguliere dienst werkzaamheden te kunnen verrichten en als de ambtenaar verhinderd is de aan zijn functie verbonden werkzaamheden uit te voeren.
Hierbij is de ambtenaar verplicht om binnen drie werkdagen het bevoegd gezag schriftelijk, digitaal of op enig ander traceerbaar wijze dit mee te delen met opgave van redenen. Ebu Jones (NDP) voerde aan dat met de aanpassingen het college nu verder van huis is.
Hij gaf aan dat het herstelplan reeds is verstreken, maar dat gesteld wordt dat de aanpassing van de Personeelswet in lijn gebracht wordt met het plan. Jones zei daarnaast dat het ‘no work, no pay principe’ gekoppeld is aan redenen die de ambtenaar kan worden aangerekend, maar dat daarbij de minister of wie dan ook alle ruimte krijgt om te doen wat hij wil.
“Artikel 28 moet eruit. In de uitbreiding zijn ook zaken toegevoegd die reeds in de wet zijn aangegeven”, sprak Jones. Hij benadrukte ook dat het niet registreren onmogelijk kan leiden tot plichtsverzuim.
Harriet Ramdin (VHP) is blij dat artikel 28a is aangepast. Zij is van mening dat salarissen van ambtenaren niet gelijk stopgezet moeten worden, maar dat zij eerst aangeschreven moeten worden. Ramdien vroeg de regering ook of er onderzoek is verricht naar de reden waarom mensen bij de overheid komen werken, terwijl ze eigenlijk niet echt daar willen zijn. “Als we willen dat het apparaat afslankt, moeten we mensen afvloeien, maar we moeten ze ook iets goeds aanbieden”, aldus Ramdien.
Ronny Asabina, fractieleider van de BEP, zei dat de ontwerpwet overbodig is en dat de boosdoener de overheid is. De overheid zou volgens hem de hand in eigen boezem moeten steken. De Personeelswet biedt volgens hem alle mogelijkheden om te realiseren wat nu beoogd wordt met de wijziging.
Hij vroeg zich af waarom de minister nu al aangeeft dat de 15 procent ambtenaren die nog niet hebben geregistreerd een SRD 100 miljoen besparing is, als niet alle ambtenaren in de gelegenheid zijn gesteld om zich te registreren. Asabina zei dat de regering hem niet heeft kunnen overtuigen van het belang en de noodzaak van de aanpassing van de bestaande Personeelswet.