Personen met een beperking zullen een donkere kerst hebben. Ze zijn afhankelijk van vrienden en familieleden die omkijken naar hun vooral rond deze periode. Met een stuk droog brood of een kan water moeten sommigen ‘s avonds naar bed. Ze moeten van geluk spreken als ze zelfs een kerstbrood krijgen.
“Is dit het leven dat we moeten leiden?” vraagt de blinde Aniel Koendjbiharie, voorzitter van de Stichting Wan Okasi, zich af. Voor de doorsnee burger is het dagelijks een uitdaging om rond te komen, laat staan voor iemand die leeft met een beperking. De doelgroep had geen andere keus dan onlangs de straat op te gaan.
Helaas hebben ze geen enkel tastbaar resultaat kunnen merken. Hun zakken blijven leeg, hun maag blijft leeg. Ze zullen maar bedelend door het leven moeten. Ze moeten geluk hebben als organisaties of personen hun gedenken met een kerstpakket. Dan zijn ze tenminste zoet voor een paar dagen.
Doordat ze het maandelijks moeten doen met slechts een SRD 1750 voelen zij zich nog meer in een hoekje gedrukt. Ze voelen zich nog meer geïsoleerd dan dat zij al zijn vanwege hun beperking. Koendjbiharie merkt op dat de prijs van internet maandelijks met ruim SRD 90 omhooggaat en er niemand is die wat erover zegt. Internet is een van de weinige tools die de doelgroep gebruikt om in contact met elkaar te zijn. Ook dat is nu bijna onbetaalbaar.
Terugblik
Het is voor de doelgroep geen goed jaar geweest en ze sluiten het af in een vervelende situatie waar ze nog meer geïsoleerd zullen raken en niet behoorlijk eten kunnen kopen, zegt Koendjbiharie. Hij zegt dat zij in de stad het al moeilijk hebben, hoe zit het met de rest in het binnenland? Zo haalt hij aan dat personen met een beperking in het binnenland veel minder mogelijkheden en voorzieningen hebben.
De twee weken die de doelgroep had gegeven aan de regering, na het indienen van de petitie bij het parlement en het Kabinet van de President, zijn al verstreken. In het verlegde hiervan heeft de vicevoorzitter van het parlement, Dew Sharman, wel een gesprek gehad met de minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting en de commissie Mensenrechten. Helaas is er geen concrete oplossing of voorstel.
Koendjbiharie betreurt het dat de minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS), Albert Ramdin, doet overkomen alsof ze de doelgroep een genoegen hebben gedaan om hun uitkering na aantreden van de regering op te trekken. Inmiddels is het bedrag van SRD 1750 achterhaald.
Hij vraagt zich wel af als de beleidsmakers in Suriname wonen waar er een koers van SRD 30 wordt gehanteerd. Hun uitkering ligt ver beneden de armoedegrens. Personen die wel in staat zijn te werken, kunnen dat niet doen vanwege gebrek aan adequaat beleid voor de doelgroep. Mensen willen hen niet in dienst nemen. Koendjbiharie is ook teleurgesteld in de verschillende fractieleiders die niets van zich hebben laten horen.