“Journalist Jason Pinas op brute wijze afgetakeld door beveiliging vicepresident”, was de headline van 14 december 2021. Geschokt en boos hebben collega-journalisten gereageerd op hetgeen Pinas is overkomen. De beveiligingsmannen van de vicepresident hebben hem op de grond gegooid en op hem getrapt en geschopt en zijn mobiel meegenomen. We zijn nog geen week verder en nog steeds kunnen we de beelden van het gebeuren niet te zien krijgen.
Wat wel vast is komen te staan is dat de tweede man van het land gelogen heeft in het parlement waar hij zei dat Pinas tot in zijn auto was gegaan om een foto van hem te maken. Nadat Pinas met ondersteuning van collega-journalisten zijn mobiel ophaalde op de politiepost Keizerstraat, was op de foto’s die hij gemaakt had duidelijk te zien, dat Pinas niet in de auto was gegaan. Integendeel was meer dan duidelijk te zien dat Pinas op een behoorlijke afstand stond van de auto van de vicepresident.
Het roept zeker vragen op dat niemand dit incident heeft gefilmd. Voor ieder wisje wasje haalt men zijn mobiel tevoorschijn om een gebeurtenis te filmen, van een aanrijding tot een gevecht of zelfs de constructie van een kerstboom op het Onafhankelijkheidsplein. Het is daarom vreemd dat niemand, en in het bijzonder niet de menigte die rond de auto van de vicepresident stond, het voorval heeft vastgelegd.
Sorry zeggen is nu niet meer genoeg
Het lijkt alsof de regering deze kwestie niet serieus genoeg neemt. De tweede man van het land heeft zich verontschuldigd in De Nationale Assemblee (DNA). Met een verontschuldiging had men verwacht dat de journalisten tot de orde van de dag zouden overgaan. Helaas is er veel meer aan de hand, want het is niet de eerste keer dat de tweede man van het land is uitgevaren tegen journalisten. Hij staat juist alom bekend om zijn agressieve houding naar journalisten toe. Op het voetbalveld zijn er vele gevallen geweest waar mensen nog net van een pak rammel zijn ontglipt.
Een van de gevallen was die in april 2017 waar hij als clubeigenaar van Inter Moegotapoe en ABOP-assembleelid een cameraman van ATV bedreigd had. De Vereniging van Sportjournalisten in Suriname (VSJS) had toen al in een persverklaring aangegeven dat het de zoveelste keer was dat de huidige vicepresident zich tijdens of na een voetbalwedstrijd liet gaan. Het “no kon aksi mi law law sani” incident tijdens de regeringspersconferentie in december 2020, is ook een van de gevallen die nog vers in ons geheugen is waar hij was uitgevaren tegen de journalist Pinas. President Chan Santokhi stond erbij, keek ernaar, maar deed niets.
Ook het gevecht in het parlement, op 13 december 2007, zijn we niet vergeten. Samen met assembleevoorzitter Paul Somohardjo, trapte en schopte de huidige vicepresident van Suriname in op NDP-assembleelid Rachied Doekhie, die zei stukken te hebben die aantoonden dat Somohardjo met gronden sjoemelde. Ondanks Doekhie op de vloer lag, gingen de huidige vicepresident en Somohardjo gewoon door met schoppen en trappen. Er waren toen geen politieke consequenties. Beide heren zitten nog steeds in de politiek en Somohardjo heeft inmiddels zelfs de hoogste onderscheiding gehad van onze president. Gekker kan het niet in ons land.
Schuld schuiven in de schoenen van de beveiliging
Het is opvallend dat de regering-Santokhi en de coalitie de schuld van de mishandeling schuiven in de schoenen van de beveiliging van de vicepresident. De vicepresident blijft zijn handen in onschuld wassen terwijl hij degene was die op die bewuste dag tekeerging tegen Pinas. Hij heeft verschillende krachttermen geslingerd naar Pinas, hij heeft daar gestaan en toegekeken hoe Pinas werd mishandeld door ZIJN beveiligingsmannen. Pinas vormde geen bedreiging, hij heeft slechts bepaalde momenten willen vastleggen en wel het moment waar de vicepresident geld aan het verstrekken was aan partij-aanhangers. Zelfs dieven en criminelen worden niet eens zo hardhandig aangepakt. Wat Pinas is overgekomen mag en kan niet meer gebeuren.
Een boycot van de vicepresident door journalisten was meer dan nodig om te tonen dat er niet op zo een manier omgegaan mag worden met een journalist. Pinas heeft niet tegengestribbeld en heeft de slagen geïncasseerd. Wat de kwestie ook nog van kwaad tot erger maakt is dat men in het holst van de nacht bij Pinas thuis aanklopte om hem zijn telefoon terug te geven. Dat maakte de situatie nog onveiliger voor de journalist.
Er moet gerechtigheid komen voor Pinas, er mag geen inbreuk meer plaatsvinden op de persvrijheid en democratie van Suriname. Internationaal is de mishandeling van Pinas afgekeurd en wij hopen dat de regering dit serieus neemt want zelfs vanuit de Amerikaanse ambassade is een verklaring gekomen waar er afkeurenswaardig wordt gereageerd op de mishandeling van Pinas.
Dat journalisten een stil protest hebben gehouden bij het parlement moet de samenleving wakker schudden van hoe ernstig de situatie is. Wanneer was de laatste keer dat journalisten hebben geprotesteerd? Wanneer hebben journalisten als een eenheid gezegd “dit kan niet meer”? Dit geval en andere gevallen van beknotting van de media, zullen de media zeker onder de aandacht brengen van het buitenland. Dan maar eens zien hoe het Internationaal Monetair Fonds (IMF) hierop zal reageren. We moeten blijven strijden voor onze democratie, die in een zeer fragiele staat verkeert.
De media wachten af wanneer de beelden van de mishandeling van collega Pinas worden vrijgegeven. Ook wordt reikhalzend uitgekeken naar de resultaten van het onderzoek van het Openbaar Ministerie, de strafrechtelijke maatregelen die zullen volgen en de mogelijke politieke consequenties van dit incident. Tot dan blijft onze boycot minstens twee maanden van kracht.