Irvin Kanhai, de advocaat van hoofdverdachte president Bouterse in het Decembermoordenproces, heeft in zijn pleidooi fel uitgehaald naar de rol van Nederland. Volgens de raadsman heeft Nederland in het begin van de jaren 80 diverse pogingen gedaan om de toenmalige militaire machthebbers, onder wie legerleider Bouterse, te verdrijven en een machtswisseling te bewerkstelligen.
De gebeurtenissen van 8 december 1982 moeten volgens Kanhai tegen die achtergrond worden gezien. Hij spreekt nadrukkelijk niet van Decembermoorden. “Dat woord is vanaf dag één door Nederland bedacht en heeft vervolgens tot een vernietigende hersenspoeling geleid van het Surinaamse volk”, zei Kanhai.
“Nederland heeft met die niet aflatende beïnvloeding geprobeerd de aandacht af te leiden van de rol die het Koninkrijk speelde bij de omverwerping van het militaire bewind. Ons land is dankzij adequaat ingrijpen van de militairen ontsnapt aan rampspoed die een Nederlandse machtswisseling zou hebben teweeggebracht. We moeten de helden eren die dat hebben afgewend in plaats van ze tot paria te maken”, aldus Kanhai.
Eis van 20 jaar
Voor de advocaat is bewezen dat de slachtoffers van de executies in Fort Zeelandia zich schuldig hebben gemaakt aan landverraad omdat zij de voorgenomen Nederlandse machtswisseling ondersteunden. “We moeten de hemel danken dat die niet is doorgegaan”, zei Kanhai. Hij erkent dat het een nationaal trauma is dat er doden zijn gevallen. “Dat is te betreuren en was nooit de bedoeling.”
Tegen president Bouterse is twintig jaar celstraf geëist voor zijn aandeel in de Decembermoorden, die vijftien mensen het leven kostten. Het pleidooi van Irvin Kanhai is nog bezig. Het voorlezen van de meer dan honderd pagina’s neemt vele uren in beslag.
NOS